nieuws

Agnes Kant presenteert jeugdplan voor eerlijke kansen

De SP heeft vandaag het jeugdplan ‘Alles Kids?’ gepresenteerd met voorstellen om achterstanden en ongelijkheid tegen te gaan. Het vandaag gepubliceerde onderzoek ‘Kinderen in Tel’ van diverse welzijnsorganisaties dat de sociale situatie van kinderen per gemeente in beeld brengt bevestigt de noodzaak van een integrale aanpak.

SP-Kamerlid Agnes Kant: “Kinderen die opgroeien in armoede en een achterstandsituatie lopen een achterstand op in hun ontwikkeling en gezondheid die ze nooit meer inhalen. De ongelijke kansen hebben dus levenslange consequenties. Dat mogen we niet accepteren. In ons jeugdplan staan voorstellen om alle kinderen een eerlijke start te geven.”

De kernpunten van ‘Alles Kids?’

- Armoedebestrijding gezinnen met kinderen - Afschaffen jeugdminimumlonen - Inkomensafhankelijke kinderbijslag - Opvoedondersteuning in de wijken - Vrijstelling sollicitatieplicht alleenstaande ouders - Wettelijk zorgverlof ouders - Kleinere klassen onderwijs - Geen wachtlijsten speciaal onderwijs - Maximering ouderbijdragen onderwijs - Jeugdzorg in de wijk - Schoolzwemmen in onderwijsprogramma - Gratis sportstrippenkaart voor alle kinderen - Minimaal 3 procent speelruimte per woonwijk - Minister voor de Jeugd

In actie voor meer speelruimte

Alle Kids?

Armoede In Nederland groeien 430.000 kinderen op in armoede. In alle gezinnen waar kinderen opgroeien moet voldaan worden aan de basisvoorwaarden voor een zo goed mogelijke gezondheid en ontwikkeling (psychisch, sociaal en emotioneel) voor ieder kind. De hoogste tijd dus voor een algemeen offensief tegen de armoede. Daarnaast moet er iets gedaan worden aan de achterstelling van jongeren die op eigen benen gaan staan. Er is geen enkele rechtvaardiging voor jeugdminimumlonen. Deze moeten voor jongeren vanaf 18 jaar dan ook worden afgeschaft. En voor kinderen onder de 18 verhoogd. Jongeren onder de 21 jaar moeten recht krijgen op een volwaardige bijstandsuitkering. De kinderbijslag moet inkomensafhankelijk worden.

Opvoeding en zorg Zorgtaken en opvoeding moeten zowel in als buiten het gezin meer worden gewaardeerd. Ouders moeten maximale ruimte krijgen voor hun taak als opvoeder en daarbij kunnen rekenen op ondersteuning, bijvoorbeeld door het opzetten van laagdrempelige bureaus in wijken en dorpen waar zij altijd terecht kunnen met vragen over opvoeding. Ook alleenstaande ouders moeten hun taak als opvoeder volwaardig op zich kunnen nemen. Het verplichten tot betaalde arbeid is hiermee in strijd, en de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders in de bijstand moet daarom worden afgeschaft. Verder moeten er wettelijke mogelijkheden komen tot zorgverlof en de wettelijke mogelijkheden voor loopbaanonderbreking moeten worden uitgebreid. Bovendien moet het gaan om betaald zorgverlof, zodat dit ook een reële optie wordt voor mensen met lagere inkomens.

Onderwijs De taak van het onderwijs moet zijn: kinderen, al zijn zij nog zo ongelijk, gelijke kansen te bieden. Het onderwijs moet daarom de ruimte krijgen om voldoende aandacht te geven aan alle kinderen en ze die bagage mee te geven die voor goede kansen nodig is. Daartoe moet het maximale aantal leerlingen per klas fors worden teruggebracht. Bovendien moeten er voldoende faciliteiten zijn voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben. De wachtlijsten voor het speciale onderwijs moeten worden opgelost. De feitelijke toegankelijkheid van het onderwijs neemt als gevolg van ouderbijdragen af voor kinderen van ouders met weinig geld. De ouderbijdragen moeten daarom worden gemaximeerd.

Jeugdzorg Reeds bij de geboorte blijken er verschillen in gezondheid tussen rijke en arme kinderen. Deze sociaal-economische verschillen groeien naarmate de kloof tussen rijk en arm groter wordt. De jeugdgezondheidszorg kan de oorzaken van deze verschillen niet wegnemen, maar moet wel in staat worden gesteld om bij kinderen die qua gezondheid en ontwikkeling achterop dreigen te raken, deze problemen en de achterliggende oorzaken tijdig te signaleren. De uitgangspunten voor de jeugdzorg moeten zijn: vanuit één organisatie, dichtbij het kind, zonder bureaucratie en wachtlijsten en zo vroeg mogelijk. Zorg voor kinderen moet op kindafstand geboden worden. Gewoon in de wijk. Bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij de consultatiebureaus. Ze zijn immers vanaf de periode na de geboorte al bij het gezin betrokken. Het kind kan op deze manier goed gevolgd worden en als dit nodig is kan er op tijd ingegrepen worden door bijvoorbeeld het bieden van opvoedingsondersteuning. Nu komen kinderen vaak pas bij de jeugdzorg terecht, als er problemen zijn, terwijl het veel beter is om er vroeg bij te zijn en problemen te voorkomen. Vanuit dat centrum in de wijk moet ook direct hulp en zorg geboden kunnen worden als het nodig is.

Sport, cultuur en ontspanning Voor de ontwikkeling en gezondheid van jongeren is het ook van belang dat ze in aanraking komen met sport en cultuur, en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor spel en ontspanning. Via subsidiering en/of eigen initiatieven moeten gemeenten ervoor zorgdragen dat er daarvoor voldoende en betaalbare mogelijkheden zijn. Ook via het onderwijs moeten jongeren meer in aanraking komen met sport en cultuur. Gratis schoolzwemmen dient een wettelijk verplicht onderdeel in het onderwijsprogramma te worden. Alle kinderen krijgen een sportstrippenkaart zodat ze gratis met verschillende sport kennis kunnen maken. Er moet een minimumnorm komen voor buitenspeelruimte. Gemeenten moeten minimaal 3 procent van de ruimte per woonwijk bestemmen voor buitenspelen.Voldoende speelruimte lijkt een vanzelfsprekende zaak, maar is dat helaas niet. Te vaak verliezen kinderen het van een parkeerplaats, winkelcentrum of woningbouw. Kinderen zijn immers geen marktpartij waarmee rechtstreeks onderhandeld moet worden. Buitenspelen heeft een positief effect op de sociaal-emotionele, verstandelijke en motorische ontwikkeling van kinderen. Maar het is ook goed voor het gezin, de leefbaarheid in de buurt en op langere termijn voor de gezondheid. Maar bovenal: het is gewoon leuk, kinderen hebben er recht op.

Permanente waakzaamheid Wie niet investeert in de jeugd verkwanselt de toekomst. Daarom hoort de toekomst van de Nederlandse jeugd permanent bovenaan op de politieke agenda te staan. Om integraal jeugdbeleid te bevorderen, moet er in de volgende kabinetsperiode een minister voor de Jeugd.

Betrokken SP'ers