Veerman kan schijn van belangenverstrengeling niet wegwuiven
SP Tweede-Kamerlid Krista van Velzen heeft de minister-president gevraagd snel duidelijkheid te geven over de vermeende belangenverstrengeling van minister Veerman. Deze bewindspersoon blijkt uit gegevens van de Kamer van Koophandel in december 2003 benoemd te zijn tot directeur van de B.V. La Douce France, dat de belangen in het Franse landbouwbedrijf van de minister beheert. Ook was hij toen enig aandeelhouder, terwijl zijn 21-jarige zoon als mededirecteur functioneerde. Van Velzen: “Dus ruim nadat hij tot minister werd benoemd, werd hij directeur van dit bedrijf. Terwijl een bewindspersoon bij het aantreden juist alle nevenfuncties moet afleggen om belangenverstrengeling te voorkomen.”
Een minister mag niet eens in het comité van aanbeveling van een toneelclub zitten. Nu Veerman niet in staat blijkt te zijn de private en publieke belangen helder te scheiden, moet de minister volgens Van Velzen het dossier EU-landbouwsubsidies delegeren aan een collega, een andere functie in het Kabinet nemen of gewoon vertrekken.
Veerman beëindigde volgens de Kamer van Koophandel zijn directeurschap pas op 30 januari 2004. Bij het aantreden van het eerste Kabinet Balkenende heeft de premier aan de Kamer gemeld dat ‘de zeggenschap en het beheer van deze belangen en overige privé-bezittingen zijn ondergebracht bij een onafhankelijke derde, door middel van het verstrekken van een onherroepelijke volmacht’. Van Velzen: “Je kunt toch moeilijk stellen dat het besturen van een B.V. samen met je kind, en tegelijkertijd enig aandeelhouder zijn hetzelfde is als het onderbrengen van belangen bij een onafhankelijke derde. Ik wil weten of de minister-president hiermee heeft ingestemd. Veerman moet nu een keuze maken: zijn handen aftrekken van het EU-landbouwdossier of opstappen. Als hij nu pleit voor handhaving van de Europese landbouwsubsidies, weten we niet of hij als minister praat, of als boer met persoonlijke financiële belangen.”