Dekker moet einde maken aan graaicultuur corporaties
Minister Dekker moet ingrijpen in de beloning van bestuurders van woningcorporaties, stelt SP-Kamerlid Krista van Velzen. Er worden op grote schaal salarissen betaald die hoger zijn dan dat van de minister-president en hoger dan het maximum dat branchevereniging Aedes adviseert. Bij sommige corporaties betalen huurders jaarlijks tientallen euro’s extra voor het megasalaris van de directeur.
Het is duidelijk dat een flink aantal corporaties misbruik maakt van de liberalisering van de volkshuisvesting onder paars en Balkenende. Ook wordt de afspraak om de salarissen van directeur-bestuurders te publiceren op grote schaal aan de laars gelapt. Van Velzen wil dat minister Dekker zo snel mogelijk het toezicht op de corporaties aanscherpt, met inbegrip van bindende regels voor de beloning van de corporatietop.
Onderzoek van de Volkskrant dat vandaag is gepubliceerd richtte zich op de grootste 50 corporaties in Nederland. Uit onderzoek van de SP blijkt dat bij een aantal middelgrote en kleinere corporaties naar verhouding nóg hogere salarissen worden betaald. Zo verdiende de directeur van Bo-ex 91 in Utrecht dat 8.100 verhuureenheden exploiteert, in 2004 een bedrag van 189.000 euro, 23 euro per eenheid. De directeur van de woningstichting Rivierengebied, dat 2.350 verhuureenheden onder haar hoede heeft, toucheerde 88.000 euro, ruim 37 euro per woning. Zeker in verhouding tot de omvang van de corporatie zijn dat zeer hoge bedragen.
Verder is uit het SP-onderzoek gebleken dat bij corporatiedirecteuren op grote schaal ‘backservice’ voorzieningen gekocht worden om pensioenvoorzieningen te regelen die ver uitgaan boven normale pensioenen, die gewoonlijk zijn gebaseerd op het middelloon.
Tenslotte valt de SP ook op dat een flink aantal corporaties die wel gegevens over betalingen aan directeur-bestuurders publiceren, dit niet gespecificeerd per persoon te doen, waardoor de beloningen niet inzichtelijk zijn. Ook dat is in strijd met het advies van de Aedes-commissie Izeboud, die op het standpunt stond dat de betaling van afzonderlijke directeur-bestuurders gepubliceerd dient te worden.