Kabinet biedt klokkenluiders geen enkel houvast
Het kabinet is niet overtuigd van de noodzaak om met wetgeving klokkenluiders in het bedrijfsleven te beschermen tegen ontslag door hun werkgever. De regering voelt ook niet voor een klokkenluidersfonds om de mensen die misstanden aan het licht brengen door vergoedingen bij te staan. SP-Kamerlid Jan de Wit: “Dit is een schandelijke opstelling van het kabinet. Er wordt geen enkele oplossing geboden voor klokkenluiders.”
Na de bouwfraude werd vanuit de Tweede Kamer aangedrongen op betere bescherming van klokkenluiders. De Sociaal-economische Raad (SER) heeft hierover een advies uitgebracht. Dat brengt het kabinet tot het standpunt, dat werkgevers en werknemers “primair een eigen verantwoordelijkheid hebben” bij een “vermoeden van misstand in de onderneming”.
De Wit: “In het gewone bedrijfsleven moeten er volgens de regering onafhankelijke vertrouwenspersonen komen, maar wat die kunnen en mogen is volstrekt onduidelijk. Te gemakkelijk gaat het kabinet ervan uit dat als een klokkenluider wordt ontslagen hij zijn schade snel kan verhalen. Het kabinet geeft hiermee blijk van een gebrek aan kennis op dit punt: ga bij een ontslag eerst maar eens aantonen dat je bent ontslagen omdat je klokkenluider bent. Dat is bijna onmogelijk, immers geen enkele werkgever zal dat toegeven.”
De SP vindt dat er een betere regeling moet komen. Er moet een aparte onafhankelijke commissie komen die onderzoekt of de klokkenluider gelijk heeft. In dat geval moet worden vaststelt of er aanspraak kan worden gemaakt hij op een schadevergoeding. Daartoe moet een apart klokkenluidersfonds in het leven worden geroepen. Op korte termijn gaat de Kamer over dit voorstel met de bewindslieden praten.