Klimaatbeleid: voor een dubbeltje op de eerste rang
Het roer moet om, Nederland moet in sneltempo een duurzame energievoorziening ontwikkelen. Dit kan alleen met een enorme inzet, de beschikbaarheid van middelen en internationaal overleg. Dat is in het kort de strekking van de bijdrage van Krista van Velzen in het klimaatdebat vandaag in de Tweede Kamer.
Van Velzen: “Jarenlang hebben we gedacht dat er geen grenzen waren aan economische groei. Nu we geconfronteerd worden met de gevolgen ervan, moeten we op de blaren zitten. Helaas wordt ook nu weer een groot deel van de oorzaken op de derde wereld afgewenteld, terwijl wij de oplossingen moeten bedenken. De rijkste landen van de wereld, dus ook de Verenigde Staten, moeten hun verantwoordelijkheid nemen en alles op alles zetten om verdere schade te voorkomen.”
Hieronder vind u de tekst van de inbreng van Krista van Velzen:
Tijdens de wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg sprak premier Balkenende de prachtige woorden: “we’ve done talking, so let’s start walking”. Prachtig, ik was het natuurlijk met hem eens en was dan ook erg benieuwd naar de begroting van Balkenende II. Wat bleek? Bezuinigingen doorgevoerd op juist deze begrotingspost. In het huidige regeerakkoord werd zelfs vastgelegd dat Nederland niet uit de pas mag lopen met Europa. We halen onze Kyotodoelstellingen waarschijnlijk, deze regering is daar erg trots op, maar dat is niet te danken aan ons interne beleid. De eigen vervuilers en verspillers gaan hun gang en daarmee loopt Nederland keurig in de pas met andere Europese landen die zich ervan af maken. Met Joint Implementation maken wij dankbaar gebruik van de slechte economische situatie in het Oostblok die ver onder hun uitstootplafonds zitten. Dit kabinet gaat haar Kyotodoelstellingen halen, maar dan wel kostenefficient. Dit betekent dat de CO2 uitstoot weliswaar in de boekhouding vermindert, maar niet in het milieu. De staatssecretaris ziet meelifteffecten als een kans (luchtkwaliteit, biodiversiteit): op deze manier merken we daar niets van in Nederland.
Het is belangrijk dat Europa vasthoudt aan Kyoto, ook als dat inhoudt dat de Verenigde Staten een dergelijk akkoord in een tijdperk van de Bush-regering nog niet zullen kunnen onderschrijven. De VS produceren per hoofd van de bevolking de grootste vervuiling. Daar is het besef dat de woestijn zal groeien en orkanen zullen toenemen nog niet sterk in de publieke opinie aanwezig. Het welvaartsniveau is er hoog en de prijs van aardolieproducten laag. Daadwerkelijke veranderingen vindt men daar nadelig voor industrie en consument. Daarom is het onwaarschijnlijk dat een wereldakkoord thans instemming van het Amerikaanse parlement zou kunnen krijgen. Ik zou de staatssecretaris dan ook willen vragen te (laten) onderzoeken of het mogelijk is eisen, zoals een border tax adjustment, te stellen aan Amerikaanse producten die Europa inkomen.
De Derde Wereld staat nog maar pas aan het begin van de industriële ontwikkeling. Hun armoede heeft hen genoodzaakt om hun rechten op uitstoot van CO2 te verkopen aan rijke landen die daarmee hun eigen verplichtingen willen verminderen. Die landen zullen zich uiteindelijk hun rechten op de ontwikkeling niet laten afnemen. De uitstoot van broeikasgassen zal dan nog sterk gaan toenemen. Het is een reden om bij het vervolg van de Klimaatconferentie met die werkelijkheden rekening te houden. Wat gebeurt er als ontwikkelingslanden geen rechten meer hebben? Hoe komen zij aan nieuwe?
Het valt onze staatssecretaris te verwijten dat hij naar Buenos Aires vertrok vol bravoure over zijn inzet om Amerika om te krijgen. Hij wist allang dat dit niet ging lukken, toch richtte hij zich enkel daarop. Ik stel daarentegen voor ons veel meer te richten op de ontwikkelingslanden om zo een wereldwijd breed gedragen coalitie te smeden. De uitdaging van toekomstig internationaal klimaatbeleid ligt in het laten meedoen van een zo groot mogelijk aantal landen. Dus eerst eens een koploperconferentie organiseren van zowel ontwikkelingslanden als rijke landen, voor een gezamenlijk post-Kyoto initiatief. Dat werkt beter dan ons blind te staren op landen die voorlopig toch niet mee gaan doen.
We moeten uiteindelijk 30% reductie realiseren in 2020. Dat halen we op deze manier niet. Dat is wat mij betreft de enige zaak die hier vandaag centraal staat, Zonder investeringen, zonder politieke daadkracht, geen effectief klimaatbeleid. De staatssecretaris geeft zelf aan dat het nodig is de beleidsinzet te intensiveren, maar in zijn brieven naar de kamer vind ik weinig concreets. En dat terwijl ik genoeg kan opnoemen.
Transport is momenteel het snelstgroeiende onderdeel van CO2 productie in Nederland, toch wordt er bezuinigd op het openbaar vervoer, gaat de kilometerheffing niet eerder lukken dan in 2014, en zijn er nog geen reservemaatregelen uit de Nota Verkeersemissies van kracht.
‘Investeerders vragen niet zozeer om steun van de investeringen zelf, maar vragen zekerheid’, stelt minister Brinkhorst. Door acties zoals de afschaffing van de EPR bereik je het tegenovergestelde: hier worden milieubewuste burgers ontmoedigd.
Voorzitter, ik sluit af. Dit kabinet heeft de definitie van duurzaamheid niet begrepen. Duurzame energie komt in het hoofdlijnenakkoord niet eens voor. Het is jammer dat enkel de minister van EZ hier bij ons aangeschoven is en niet het voltallige kabinet. Dat ligt natuurlijk ook aan ons, we hadden Balkenende gewoon uit moeten nodigen, maar ook hem valt zijn gebrek aan verantwoordelijkheid te verwijten: hij had zichzelf uit kunnen nodigen! Is hij zich bewust van de gevolgen van dit beleid voor de generatie van morgen? De dijkverhoging en waterberging, het verlies van biodiversiteit, wat miljarden gaat kosten. In de grote Europese landen zijn het dan ook de regeringsleiders (Blair, Schröder, Chirac) die zich uitspreken over deze kwesties. En daarom staat het onderwerp op de agenda van de G8 en EU voorjaarstop. Maar premier Balkenende heeft zich nog nooit over dit onderwerp uitgelaten.
Klimaatbeleid hoeft niet zo moeilijk en zo duur te zijn. Er kunnen grote internationale maatregelen getroffen worden, maar ook kleine, om de energievraag te reduceren.
Concrete oplossingen:
- Niet enkel nieuwe, maar ook bestaande gebouwen moeten geïsoleerd worden.
- Verlichting langs autowegen en op bedrijventerreinen kan ’s nachts best uit of op een schakelaar
- Winkeldeuren hoeven niet altijd open te staan, hier zou voorlichting al veel helpen.
- Burgers moeten hun teveel aan groene stroom kunnen verkopen aan het net als vervanging van de EPR.
- Analyses van de toekomstige innovatiemogelijkheden (auto’s nieuwbouw koelkasten) laten zien dat bij nieuwe apparatuur een tempo van 5% verbetering per jaar minimaal 15 jaar achtereen gehaald kan worden.
- Nu moet al duidelijk gemaakt worden dat centrales in de toekomst niet kunnen rekenen op voldoende CO2-rechten. Als een bedrijf zo nodig wil investeren in bijvoorbeeld een kolencentrale, dan moet die meteen uitgerust worden met bijvoorbeeld ondergrondse CO2-opslag.
- Als VS blijft weigeren mee te werken, kan de EU desnoods maatregelen treffen tegen klimaatschadelijke producten/sectoren via de WTO (border tax adjustment)
- De overheid stelt de limiet voor emissieruimte buiten de EU op 8%, maar koopt zelf minder rechten. Als de regering persé de industrie de mogelijkheid wil bieden om binnen de CO2-handel gebruik te maken van JI en CDM, dan moet overheid zelf minder reducties in buitenland kopen. Dit zou bovendien een bezuiniging zijn voor de overheidsbegroting.
- De sector landbouw, (verantwoordelijk voor 10% van de emissies), moet haar eigen klimaatbeleid ontwikkelen.