Klacht Kant tegen Pfizer gegrond: ‘erectieoorlog’ ten einde
De klacht die SP-Kamerlid Agnes Kant indiende bij de Commissie Geneesmiddelen Reclame (CGR) tegen medicijnengigant Pfizer wegens "ongeoorloofde publieksreclame" is gegrond verklaard. De fabrikant van de Viagra-erectiepillen is op de vingers getikt en wordt gevorderd haar lopende radiospotjes voor ’erectieplein.nl’ te staken en de website in de huidige vorm van het internet te halen.
Kant: "Door de combinatie van de spotjes en de site wordt indirect Viagra aangeprezen," aldus het Kamerlid. Het aanprijzen van medicijnen die alleen op recept verkrijgbaar zijn is terecht verboden. Fabrikanten mogen hiervoor alleen bij artsen reclame maken. Via een omweg en met een voorwendsel via hun websites ’voorlichting’ te geven, ging Pfizer, maar eerder ook Bayer en GlaxoSmithKline, de strijd aan om het luisterend oor (en uiteindelijk het geld) van de consument/patiënt. Een klacht tegen Bayer - die dezelfde praktijken er op na hield - leidde er al toe dat Bayer per ommegaande zijn site uit de lucht haalde. "Deze erectieoorlog is nu ten einde," concludeert Kant tevreden.
Kant: "Het erge vind ik dat consumenten door de industrie worden opgejut om voor elk probleem maar een pilletje te gaan slikken. Soms zitten problemen ook tussen de oren, en dan is een dure pil meestal niet de oplossing. Zeker, er is onvoldoende voorlichting over erectieproblemen in Nederland, maar het lijkt me niet dat dit een eerste taak is van de industrie. Daar moeten huisartsen of seksuologen mee aan de slag gaan."
De CGR heeft Kant op alle aangedragen argumenten in het gelijk gesteld en het uitgebreide verweer van Pfizer van de hand gewezen. De reclamespotjes mogen door deze uitspraak niet langer worden uitgezonden en ook de website moet met de huidige content onmiddellijk van het Internet worden gehaald.
"Hiermee is een duidelijke norm gesteld, aldus Kant. "Vreemd is het wel als je bedenkt dat de reclamecampagne gewoon was door gegaan als ik de klacht niet had ingediend. Er is duidelijk een gebrek aan actieve opsporing en aanklagers voor dit soort praktijken. Die rol zou de Inspectie voor Volksgezondheid moeten hebben. Ook vreemd is dat er geen boete wordt uitgedeeld. Er gaat daarom onvoldoende preventieve werking uit van deze zelfregulering."