Arrestatie Frans van A., gifgashandelaar van Saddam, van groot historisch belang
SP Kamerlid Krista van Velzen heeft bijzonder verheugd gereageerd op de arrestatie van de Nederlandse chemicaliënhandelaar Frans van A. De SP houdt zich al geruime tijd bezig met de betrokkenheid van Westerse landen bij het gebruik van chemische wapens door dictator Saddam Hoessein. Kamerleden Krista van Velzen en Harry van Bommel hebben zich binnen en buiten het parlement ingespannen om de vervolging van Van A. in gang gezet te krijgen en zij zien samen met de vele nabestaanden dat hun inspanningen eindelijk tot resultaat hebben geleid. Van A. wordt medeplichtigheid aan volkerenmoord verweten en overtreding van de Wet Oorlogsstrafrecht.
In een interview met Nieuwe Revu in oktober 2003 bekende Van A. dat hij in de jaren ’80 gifgassen aan het regime van Saddam Hoessein had verkocht. Naar aanleiding van dit interview stelde de SP Kamervragen waarin werd aangedrongen op vervolging van Van A. De regering liet weten dat vervolging niet mogelijk was omdat de stoffen die Van A. aan Saddam Hoessein had geleverd niet via Nederland waren vervoerd. Wel zou een eventuele schending van het internationale recht nader worden onderzocht. De aanhouding van Van A. is een direct resultaat van dat onderzoek en van de bereidwilligheid van Irakese Koerden uit verschillende landen van Europa om getuigenissen af te leggen.
Volgens de VN en de Amerikaanse justitie is Van A. een van de grootste handelaren in grondstoffen voor gifgas. Hij zou Irak 538 ton thiodiglycol hebben geleverd, de basis voor 700 ton mosterdgas. Bij een juiste verdeling is deze hoeveelheid voldoende om de gehele mensheid uit te roeien. Mosterdgas is door Saddam onder meer gebruikt op 16 maart 1988 bij een gasaanval op Halabja waarbij 5000 mensen op verschrikkelijke wijze de dood vonden.
Met de aanhouding van Van A. kan eindelijk het recht zegevieren. Binnenkort zal in Irak Ali Chemicali, een neef van Saddam, voor de rechter komen, wellicht komt uit dat proces ook nog belastend materiaal tegen Van A. op tafel. Maar er zijn ook in Nederland nog vele vragen die beantwoord moeten worden. Krista van Velzen vraagt zich af hoe Van A. zo lang rustig in Nederland kon blijven wonen, zonder iets te hoeven vrezen? ‘Waarom kreeg hij een ’laissez-passer’ om in 2003 uit Irak naar Nederland te komen zonder dat er meteen een onderzoek naar de eventuele vervolgbaarheid van zijn daden gestart werd? Waarom kon pas zoveel jaren later tot aanhouding worden overgegaan, en waarom was daar zoveel aanhoudende druk voor nodig?’
De leveranties aan het Irak van Saddam Hoessein waren in de jaren ’80 al een belangrijk onderwerp voor vredesactivisten. De SP werkt sinds die tijd intensief samen met Koerdische organisaties, zowel in Koerdistan als in Nederland. Dat heeft er mede toe geleid dat slachtoffers van de gifgasaanvallen in Halabja aangifte hebben gedaan bij de politie in Nederland.