Vangnetregeling Huursubsidie zo lek als een mandje
Uit een onderzoek dat is uitgevoerd door 58 SP-afdelingen is gebleken dat er bij veel gemeenten grote problemen bestaan met het uitvoeren van de Vangnetregeling Huursubsidie. Mensen die plotseling in inkomen achteruit gaan, kunnen met deze vangnetregeling tussentijds in aanmerking komen voor huursubsidie of een verhoging daarvan. Een kwart van de onderzochte gemeenten neemt echter nog steeds geen aanvragen in behandeling omdat ze de benodigde computerprogramma’s nog niet hebben ontvangen. Ook bestaan er grote verschillen in de uitvoering van de regeling. Het maximum-bedrag dat huurders kunnen krijgen varieert van 1000 tot 4000 gulden per jaar. Een groot deel van de gemeenten heeft zelfs nog geen maximum bedrag vastgesteld. Sommige gemeenten behandelen de aanvraag binnen zes weken, anderen doen daar drie tot vier maanden over. Als mensen hierdoor in de tussentijd financiële problemen krijgen, kunnen zij vaak niet rekenen op een voorschot terwijl de wet daar wel in voorziet. Sommige gemeenten verstrekken een voorschot vooraf, anderen pas na twee maanden. Volgens Marijke Folmer van de SP-Alarmlijn, die het onderzoek coördineerde, is het een grote puinhoop: "Veel gemeenten weten niet hoe ze met de regeling moeten omgaan of hebben zelfs nog geen beleid geformuleerd." Naar aanleiding van het onderzoek heeft SP-Kamerlid Remi Poppe inmiddels schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, waarin hij opheldering eist over de trage uitvoering en aandringt op een goede regeling voor het betalen van de voorschotten.