Met reces?
In de zomermaanden, wanneer de Kamer en half Nederland op vakantie is, is het rustiger. Er zijn minder mensen online, media zitten verlegen om nieuws en gehaast Nederland is aan het onthaasten. De waan van de dag regeert veel minder en dat schept ruimte om dingen te doen waar je normaliter altijd te weinig tijd voor hebt.
Wat ik doe in het reces? Met mensen praten, werkbezoeken, onderzoek doen, vragen stellen, reflecteren en lezen. Veel mensen stellen mij de vraag ‘ben je niet met reces dan?’ Jawel. De Tweede Kamer is weliswaar twee maanden met reces, maar de wereld en dus individuele volksvertegenwoordigers staan niet stil. Tenminste, ik kan mij niet voorstellen dat er Kamerleden zijn die twee maanden reces vullen met vakantie. Na een aantal weken welverdiende rust wil je toch wel weer. Waarom? Omdat er zoveel te doen is. Bijvoorbeeld het inburgeringsdrama aanpakken. Sinds de invoering van de Wet Inburgering hebben we met name in de grote steden te maken met: lege klaslokalen, gefrustreerde docenten, cursisten die in het bos zijn verdwaald en een ambtelijk apparaat dat alle aandacht richt op bureaucratie in plaats van mensen.
De werkbezoeken die ik de afgelopen weken heb afgelegd in Den Haag en Amsterdam bevestigen mijn beeld: een inburgeringsdrama is zich aan het voltrekken. Het ontbreekt de politiek verantwoordelijken aan inzicht, daadkracht en/of moed om in te grijpen. Wij zullen hier in de Kamer dus zeker nog over komen te spreken. Na het reces.
Voor nu blijf ik in gesprek met mensen die er veel vanaf weten; scholen, docenten en (ervarings)deskundigen. Een vrouwelijke cursist uit Den Haag van 55 jaar vroeg mij vorige week: ‘Waarom moet ik nu nog examen doen? Twintig jaar geleden had ik dat misschien gekund en gehaald maar nu kan ik het niet aan om toetsen te maken. Ik doe mijn best, vind het leuk, kom graag naar de cursussen maar wat erin gaat, gaat er zo ook weer uit. Slagen zal ik niet voor het examen maar toch ben ik verplicht.’
Wie het antwoord weet mag het zeggen. Na het reces.