column
Sadet Karabulut:

Armoede is óók een inkomensprobleem

Het kabinet Balkenende IV ziet, net als de kabinetten daarvoor, werk als het beste wapen tegen armoede. Maar is dat nog wel zo? In Nederland leven 1.4 miljoen mensen op of onder de armoedegrens, waaronder 601.000 ‘werkende armen’. Het aantal uitkeringen is de laatste jaren gedaald maar het aantal werkende armen gegroeid.

Door vergaande flexibilisering van arbeid en gebruik van ‘work first’-concepten, wordt werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt steeds minder lonend. We zien dat werknemers in de postsector stukloon betaald krijgen. Door introductie van de marktwerking in de zorg wordt gekwalificeerd personeel vervangen door slecht betaalde alfahulpen. Jonge flexwerkers in bijvoorbeeld de supermarktbranche werken voor een jeugdloon dat vaak ontoereikend is om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Het aantal ZZP’ers met weinig sociale zekerheidsrechten neemt hand over hand toe in Nederland.

Werken wordt door deze ontwikkelingen voor groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt steeds minder aantrekkelijk. En het kabinet doet bar weinig om dit te voorkomen. Integendeel, het kabinet wil mensen twee jaar met behoud van hun uitkering aan het werk zetten, met de optie die periode nog eens twee jaar te verlengen. Daarnaast zijn er plannen om huishoudelijk personeel zonder opbouw van rechten als goedkope hulp te laten werken, de bijstand voor jongeren tot 27 jaar af te schaffen.

Deze plannen leiden niet tot een inkomensverbetering voor de groep mensen die zij treffen en werken zeer demotiverend. Want wie wil er werken als hem dat niets extra’s oplevert? Als duidelijk is dat aan het eind van de maand, met werk of zonder werk, toch een tekort ontstaat? Werken moet lonend zijn, overal. Maar zeker in een rijk land als Nederland is het onacceptabel dat het aantal werkende armen groeit. Het aantal huishoudens dat zegt niet meer rond te kunnen komen is ten opzichte van 2001 verdubbeld. Tien procent van de arme gezinnen zegt niet dagelijks een warme maaltijd op tafel te kunnen zetten.

Wouter Bos had natuurlijk helemaal gelijk toen hij in 2006 ‘armoede de schandvlek van Nederland’ noemde. Maar wat doet dit vierde kabinet Balkenende dan aan armoedebestrijding? Als zij bovengenoemde onzalige plannen voor verregaande flexibilisering van de arbeidsmarkt doorzet, zal het aantal armen alleen maar groeien. Het kabinet wil wel het aantal kinderen dat in armoede leeft halveren door hen de mogelijkheid te geven mee te doen, bijvoorbeeld bij de sportclub. Dat is natuurlijk hartstikke goed maar waarom dan geen doelen en plannen om ook de ouders van deze kinderen, de alleenstaanden, onze ouderen, uitkeringsgerechtigden en de werkende armen weer volop mee te kunnen laten doen? Het kabinet blijft de oude grammofoonplaat van de voorgaande kabinetten Balkenende afspelen dat werk de beste oplossing is tegen armoede. Dat dat voor een steeds grotere groep mensen niet meer opgaat weigert zij in te zien. Net zoals zij weigert armoede niet alleen als participatieprobleem maar vooral ook als inkomensprobleem te zien. Veel mensen met lage inkomens willen niets liever dan meer participeren maar daar heb je toch echt meer inkomen voor nodig.

Betrokken SP'ers