We hebben nieuwe elites nodig (En geen parasieten van de publieke zaak)
Een elite heeft weinig te maken met macht – en al helemaal niet met geld. Bestuurders die vooral bezig zijn met hun eigen carrière en portemonnee vormen een bestuurlijke kliek. Hoge vergoedingen en bonussen bevorderen dit kliekgedrag. De titel van ‘elite’ moeten bestuurders verdienen, door verantwoordelijkheid te nemen voor de publieke zaak.
Een ‘elite’ is een groep mensen die verantwoordelijkheid wil nemen voor iets dat groter is dan henzelf. Dat kan op allerlei niveaus: in de zorg of het onderwijs, de woningbouw of het bankwezen. Deze mensen hebben een interne drijfveer – een betrokkenheid bij een publieke taak – en laten zich niet primair leiden door financiële prikkels.
Ziekenhuisdirecteuren die misstanden onder de pet houden, om investeerders niet af te schrikken. Onderwijsmanagers die ten onrechte diploma’s uitreiken, om de rendementscijfers te verhogen. Corporatiebestuurders die speculeren met het geld van de huurders. Bankiers die voor een hogere bonus mensen een slechte hypotheek geven.
Verkeerde politieke keuzes Ons land heeft in toenemende mate te lijden onder publieke managers die het publieke belang uit het oog hebben verloren. Ik geloof niet dat dit slechte mensen zijn, maar wel de verkeerde mensen op de verkeerde plek. Mensen die zich vooral laten leiden door externe drijfveren, zoals cijfers en geld, en minder gevoelig zijn voor de belangen van een publieke dienst.
Deze nieuwe publieke managers kwamen niet uit de lucht vallen, maar zijn het gevolg van politieke keuzes: een beleid van meer markt en eigen verantwoordelijkheid. Het openbaar vervoer werd verzelfstandigd, de energiebedrijven werden verkocht. De uitvoering van re-integratie of sociale zekerheid, rechtsbijstand of lokale veiligheid, het werd aan- of uitbesteed.
Parasieten van de publieke zaak Dit soort vermarkting werd verkocht met het magische argument dat publieke diensten beter en goedkoper zouden worden. Dat was in de meeste gevallen niet zo. Wel had dit beleid grote gevolgen voor het bestuur. De publieke sector werd een speelveld voor een kliek van publieke managers, die vooral wilden parasiteren op de publieke zaak.
De markt heeft een eigen moraal: ze bevordert competitie en gaat voor winst op de korte termijn. In zo’n situatie is het moeilijker om publieke belangen, zoals goede samenwerking en duurzaamheid, te waarborgen. Marktwerking werkt risicovol gedrag in de hand. Veel misstanden in de publieke sector zijn terug te voeren op onverantwoorde besluiten van bestuurders.
Weg met de subversieve prikkels We hebben nieuwe elites nodig. Daarvoor moeten we eerst stoppen met het organiseren van subversieve prikkels: hoge inkomens en bonussen trekken de verkeerde mensen aan en bevorderen het verkeerde gedrag. We hebben in de publieke sector geen behoefte aan snelle jongens die onnodige risico’s nemen met andermans geld.
Voor publieke diensten mogen we ook publieke normen stellen. Daarvoor moeten we opnieuw formuleren wat de publieke zaak is. Wat mij betreft horen daar ook grote energiebedrijven en structuurbanken bij. NUON hebben we ooit verkocht, maar kunnen we nu voor minder terugkopen. ABN AMRO kunnen we omvormen tot een publieke spaarbank.
Kwaliteit moet leidend zijn Publieke managers dienen we af te rekenen op de eigen logica van de publieke dienst. Een ziekenhuisdirecteur op de zorg die een zorginstelling levert, een corporatiebestuurder op de woningen die worden gebouwd. Niet de winst op de korte termijn, maar de kwaliteit van de dienst voor de toekomst moet leidend zijn bij de beoordeling en beloning van bestuurders.
‘Elite’ komt van eligere, latijn voor ‘uitkiezen’, ergens toe verkozen zijn. Verantwoordelijkheid nemen voor de publieke zaak is in ieder geval een taak van volksvertegenwoordigers. Dat doe je niet door taken af te schuiven naar de markt. Politici die een beroep doen op eigen verantwoordelijkheid, dienen dat eerst op zichzelf te betrekken.
Deze column verscheen 23 augustus op The Post Online.