Ik blijf erbij: schaf het wachtgeld voor politici af
Als politici regels maken voor iedereen, moeten die ook gelden voor politici zelf. Buiten de Tweede Kamer lijkt dat heel logisch, daarbinnen wat minder. Als politici werkloos worden, gelden voor hen bijzondere regels. In plaats van de WW hebben politici het wachtgeld, dat veel rianter is. Toen ik in 2009 voorstelde om de wachtgeldregeling af te schaffen, kreeg ik als SP’er een vreemde gewaarwording: in de rechtse media werd ik toegejuicht, in de linkse media werd ik af geserveerd.
Veel linkse kranten waren ronduit negatief. Dit was ‘een kwalijke vorm van effectbejag’ (de Volkskrant, 31 juli) en voedde ‘vooral vooroordelen’ (Trouw, 3 augustus). Politici konden in die tijd rekenen op 6 jaar wachtgeld, zonder te hoeven solliciteren. Sindsdien is in de samenleving veel veranderd – en ook in de Tweede Kamer.
De periode van wachtgeld is teruggebracht, van 6 jaar naar ruim 3 jaar – vergelijkbaar met de WW. Ons voorstel om voor politici een sollicitatieplicht in te stellen is ook ingevoerd. Of de Tweede Kamer daarmee deed aan ‘effectbejag’ en ‘vooroordelen’ heeft gevoed, weet ik niet. Wel weet ik dat het zelfbeeld van politici is veranderd.
Het belangrijkste argument voor behoud van de wachtgeldregeling is dat politici een risico lopen om te worden weggestuurd. Maar dat geldt helaas voor steeds meer mensen. Maar juist omdat het een risicovol beroep is, worden politici zo goed betaald. Bovendien zijn politici vaak goed opgeleid en hebben zij een goed netwerk. Als zij al geen werk kunnen vinden, wie dan nog wel?
Binnenkort komen opnieuw voorstellen om de WW te verlagen, of de ontslagbescherming te verminderen. Dan zullen mensen terecht vragen: hoe zit dat met jullie? Gaan jullie nu de wachtgeldregeling ook aanpassen? Ik zie maar één manier om aan dit soort discussies een einde te maken: door het wachtgeld af te schaffen en ook voor politici voortaan gewoon de WW te laten gelden.
Deze column verscheen op The Post Online