Hoera! Een taart voor de AIVD!
Het werk van de veiligheidsdienst is geheim, maar het falen van de AIVD mag niet geheim blijven. De dienst kreeg de afgelopen jaren veel mensen en middelen om onze gangen na te gaan. Soms kan dat nodig zijn, om terroristische aanslagen of cyberaanvallen te voorkomen. Maar we hebben ook afgesproken dat de AIVD meer openheid moet geven: sinds 2007 moet de dienst burgers melden dat zij zijn gevolgd. Dat staat in de wet. Maar tot nu toe heeft de dienst nog nooit aan deze ‘notificatieplicht’ voldaan.
Ik begrijp best dat de dienst soms redenen heeft om mensen niet te informeren, als daarmee operationele informatie wordt blootgegeven. Maar dat sinds 2007 niemand een brief heeft gekregen is belachelijk. De belangrijkste reden die de AIVD geeft is dat zij de adressen van mensen niet meer kan terugvinden. Dat is opmerkelijk, de AIVD is er toch om mensen op te sporen? In september 2010 beloofde ik de AIVD een taart, op het moment dat de eerste burger een notificatie van de dienst had gekregen.
Die taart wacht nog steeds op bezorging. Maar misschien is er goed nieuws. In het jaarverslag van de AIVD staat dat de dienst eindelijk bereid is om mensen te informeren. Uit bronnen heb ik begrepen dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd. Ik ben benieuwd! Woensdag spreek ik met minister Plasterk.
Dan wil ik graag de bevestiging dat onze geheime dienst zich voortaan houdt aan de wet. De vraag is wel hoeveel mensen een ‘notificatie’ kregen. Iedereen die in de gaten is gehouden, of slechts een handjevol burgers, om de schijn op te ophouden? Maar beloofd is beloofd, als de AIVD eindelijk een begin heeft gemaakt om zich aan de wet te houden, breng ik woensdag graag een taart voor ze mee.
Deze column verscheen eerder op The Post Online