Ter Horst sluit ogen voor falen AIVD
Minister Ter Horst heeft een flinke tik op de vingers gekregen. De minister miskent het falen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in aanloop naar de moord op Theo van Gogh in november 2004. Onlangs verscheen een rapport van de Commissie van toezicht op de veiligheidsdiensten (CTIVD) over het optreden van de AIVD tegenover Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh.
De voorzitter van de commissie van toezicht liet woensdag in de Kamer weten dat de minister de feiten in haar onderzoek niet juist heeft weergegeven en niet de juiste conclusies heeft getrokken. Dit is niet de eerste keer dat de regering fouten van de AIVD onder tafel probeert te vegen.
Ter Horst zei in een persbericht dat de AIVD de moord op Theo van Gogh in november 2004 niet had kunnen voorkomen. Mevrouw Michiels van Kessenich-Hoogendam, de voorzitter van de commissie van toezicht, liet boos weten dat zij het niet eens is met de minister. Het is opmerkelijk dat de commissie van toezicht de minister in het openbaar zo hard afvalt.
De commissie heeft een vernietigend rapport geschreven. De AIVD heeft niet voldoende aandacht besteedt aan Mohammed B., terwijl de veiligheidsdienst genoeg aanwijzigen had dat hij een belangrijke rol speelde in de Hofstadgroep. De dienst had geen persoonsdossier van Mohammed B., afdelingen werkten niet samen en de AIVD heeft onvoldoende gebruik gemaakt van informatie van de politie.
De AIVD heeft maandenlang één onervaren medewerker gezet op het onderzoek naar de Hofstadgroep. Mohammed B. verdween letterlijk uit zicht: de afdeling binnen de AIVD die zich bezighield met radicalisering volgde hem niet meer omdat hij té radicaal werd, de afdeling die zich bezighield met terrorisme vond Mohammed B. niet gevaarlijk genoeg, omdat zij geen aanwijzingen had dat hij een aanslag voorbereidde. De AIVD heeft in 2004 nauwelijks onderzoek gedaan op internet, dé plek waar Mohammed B. zich liet horen. De voorzitter van de commissie van toezicht zei in de Kamer dat de veiligheidsdienst had moeten weten dat Mohammed B. zeer opruiende, zeer gewelddadige en personen-bedreigende geschriften had geschreven.
In januari 2007 kwam ik in aanvaring met toenmalig minister Remkes, toen hij zei dat de AIVD niet had kunnen weten dat Mohammed B. een gevaar vormde. De minister sprak toen van een ‘plotselinge radicalisering’. Dit was een reden voor de Kamer om de minister te vragen om een onderzoek. Ter Horst sluit na dit vernietigende onderzoek opnieuw haar ogen voor het falen van de AIVD. Waarom geeft de minister niet gewoon openheid van zaken? Waarom moet de Kamer zélf onderzoek laten doen, en gaat de minister de uitkomsten van dit onderzoek vervolgens bagatelliseren?
Op deze manier wordt het wel érg moeilijk voor de Tweede Kamer om de veiligheidsdiensten te controleren. Het werk van de AIVD is belangrijk voor onze veiligheid. Daarom moet de Tweede Kamer goed worden geïnformeerd. Binnenkort spreken we met de minister en wil ik van haar weten of de AIVD nog steeds zulke fouten kan maken.
En in de toekomst moet niet meer de minister, maar de Kamer zélf een opdracht geven voor een onderzoek. Dan hoeft de afdeling communicatie van het ministerie geen foute persberichten meer te schrijven.