Spanje
In juni 2000 trokken we het mooie Spanje rond met de auto en een tentje. Bij elke nederzetting of stad gierden de betonmolens in het rond. Veel campings waren duidelijk net opnieuw ingericht, de boompjes waren klein en het rook nog naar vers cement.
Massaal werd er gebouwd, opgeknapt, wegen werden aangelegd en geasfalteerd. In het kleinste dorpje was alles in supermarktjes te krijgen. De landerijen lager er goed onderhouden en welvarend bij. In de steden was mooi openbaar vervoer met gloednieuwe bussen en treinen. Het ging goed met Spanje. De tijd dat Spanjaarden noodgedwongen als gastarbeiders naar elders vertrokken leek voorgoed voorbij. Kinderen gingen in mooie schooluniformpjes naar nieuwe scholen. Het project ‘Europa’ leek zijn vruchten af te werpen. Buitenlandse investeerders zetten massaal hun geld in op de Spaanse aandelen- en obligatiemarkt.
We zijn nu twaalf jaar verder. De Spanjaarden ontwaken nu, na jaren dictatuur en armoede, uit de droom van hun nieuwe gezonde en welvarende land. Het door buitenlandse investeerders uitgezette kapitaal vlucht massaal het land uit, inclusief de geldinjecties van de Europese Centrale Bank. De financiële markten hebben kennelijk alle vertrouwen in het welvarende en gezonde Spanje verloren. Of is het zo dat die ‘financiële markten’ in de opbloeiende Spaanse economie geen garantie voor voldoende hoge rendementen meer zien?
De Spaanse en buitenlandse banken hebben gretig meegedaan aan het oppompen van die nieuwe welvaart, door ongehoorde kredieten te verstrekken, en zijn ver over de schreef gegaan waardoor de economie op een te ver opgeblazen luchtballon is gaan lijken. Dat begon in Amerika en heeft nu Europa bereikt. Het veroorzaakt in Spanje, Italië, Griekenland en Ierland het lawaai en gesis van klappende en leeglopende ballonnen. Natuurlijk, de bestuurders van die landen maakten er ook een zooitje van. Maar een ding is duidelijk, die ‘financiële markten’ zijn evengoed een zegen als een gesel, alleen de zegen duurt maar kort. Dat de ‘financiële markten’, zeg maar gerust het wildwestkapitalisme, nu eisen dat er miljarden gepompt wordt in landen als Spanje en Griekenland om hun vertrouwen weer te winnen en die landen te ‘redden’ van een faillissement is een gotspe. Ze willen alleen hun poen veiligstellen.
Om te voldoen aan de eisen van de Europese steun moeten Spanje, Griekenland, Italië en Ierland alles wat net was opgebouwd weer afbreken, bezuinigen op alles. De gesel van ‘de markt’ is snoeihard en zal heel wat langer duren dan de zegeningen. De bevolking moet volledig terug naar af, naar een nieuwe armoede die ze net te boven waren gekomen. De helft van de Spaanse jongeren is werkloos, 22 procent van de gezinnen leeft ver onder de armoedegrens. Het Spaanse Rode Kruis vraagt hulp voor de Spanjaarden, voor voedsel, kleding en onderdak omdat ze hun hypotheek niet meer kunnen betalen.
Het is een drama voor de bevolking van Spanje, en Griekenland, Italië en Ierland, de bevolking van Europa dus. Want ook bij ons staan de betonmolens nu stil, en huizen leeg of te koop, en de werkloosheid neemt toe. Tijd dus om de gerieflijke vrijmarktmacht van de ‘financiële markten’ in te perken en naar een evenwichtige en menselijke economie te gaan streven.
Remi Poppe is oud-Kamerlid voor de SP.