De dilemma's van de publieke omroep
Het gaat goed met de publieke omroep. De waardering is hoog en ook het aantal kijkers is flink toegenomen. Dat is goed nieuws, want de publieke omroep heeft een zware tijd achter de rug. Het vorige kabinet wilde het stelsel volledig omgooien. Het verzet was zo groot dat zelfs Pino kwam demonstreren.
Er zijn wel wat dilemma's die altijd spelen bij de publieke omroep. Ten eerste het dilemma tussen zenders en omroepen. Kijk je naar Nederland 1 of kijk je naar de TROS? Kijk je naar De Wereld Draait Door of kijk je naar de VARA? Omroepverenigingen zijn nog steeds volop actief, maar de nadruk is de afgelopen jaren steeds meer op zenders en programma’s komen te liggen.
Ten tweede het dilemma tussen kwaliteit en kijkcijfers. Moet de publieke omroep vooral kwaliteit bieden of moeten er zoveel mogelijk mensen kijken? Allebei is natuurlijk het mooist, maar als het erop aankomt dient kwaliteit voorop te staan. De publieke omroep moet geen slap aftreksel van de commerciële omroep worden. Integendeel, er moet bij de omroepen volop ruimte zijn voor documentaires en onderzoeksjournalistiek, zoals in programma's als Zembla en Tegenlicht.
Tot slot is er de discussie over reclame bij de publieke omroep. Vergelijk het met landen als België, Engeland en Frankrijk, waar de publieke omroep reclamevrij is. De regering vindt reclame ongetwijfeld een mooie inkomstenbron, maar het is verkeerd als de omroepen daardoor vooral bezig zijn met kijkcijfers. Daarom zou de publieke omroep ook bij ons weer reclamevrij moeten worden.
Deze discussies zullen altijd doorgaan. De één vindt de publieke omroep te elitair of te links, de ander vindt hem te commercieel of te slap. Los daarvan, vind ik dat er momenteel goede programma's worden uitgezonden. Het is wel de vraag hoe de publieke omroep er over tien jaar uitziet, vanwege alle digitale ontwikkelingen. Het aanbod wordt steeds groter en diverser, maar voorlopig blijft het belangrijk dat de overheid zorgt voor een degelijke en onafhankelijke publieke omroep.