Campina-professor: melk is goed voor elk
Wetenschappelijk onderzoek is van groot belang voor een samenleving die steeds meer van kennis afhankelijk wordt. Daarom dient de overheid via voldoende investeringen garant te staan voor fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Als de overheid daarin tekort schiet, zal het bedrijfsleven bepalen wat universiteiten moeten onderzoeken. Dat is een slechte zaak voor het brede en ongebonden onderzoek. Bij onderzoek in opdracht van bedrijven speelt altijd het commerciële belang een rol.
Onlangs werd bekend dat maar liefst 25 procent van de bijzonder hoogleraren aan universiteiten gesponsord wordt door het bedrijfsleven. Dat roept onmiddellijk vragen op over de betrouwbaarheid van deze professors. Een bekend voorbeeld kwam van een hoogleraar die door Campina werd gesponsord en in een lezing uiteenzette hoe gezond melk voor ons is. Dat doet denken aan de slagzin: “Wij van WC-eend adviseren WC-eend.” Hoe goed het onderzoek van deze professor ook is, je kunt het moeilijk serieus nemen als je weet door wie het is betaald.
Ik heb minister Plasterk meerdere malen gevraagd om een openbaar overzicht van alle gesponsorde hoogleraren. Dan weet je in ieder geval met wie je te maken hebt en kun je dus ook de nodige vraagtekens plaatsen bij het onderzoek van hoogleraar X die in dienst is van bedrijf Y. Aanvankelijk vond Plasterk dit een zaak van de instelling, maar na een publicatie van de Volkskrant ging hij toch om: “Het professoraat is immers een publieke functie en dan moet het publiek ook weten wat iemands positie is.” In een Kamerdebat hierover op 14 mei zal ik Plasterk vragen hoe hij deze openbaarheid wil bereiken. Want niet iedere universiteit is op voorhand bereid de zogenoemde nevenfuncties van hoogleraren prijs te geven. Het kan dus zijn dat wetgeving nodig is.
De lijst van gesponsorde hoogleraren is wat mij betreft stap één voor goed onderzoeksbeleid. Stap twee is dat onderzoekers te allen tijde onafhankelijk zijn en dus niet beïnvloed worden door hun opdrachtgevers. Daarvoor heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) een Verklaring van Wetenschappelijke Onafhankelijkheid opgesteld. Het zou goed zijn als universiteiten, maar ook de overheid als opdrachtgever, deze Verklaring zouden ondertekenen. Vooralsnog wil Plasterk dat niet verplichten omdat het te bureaucratisch zou zijn. Dat valt reuze mee, want het ondertekenen van een Verklaring is zo gebeurd.
Tot slot zou het goed zijn als de financiële banden tussen opdrachtgever en onderzoeker worden verbroken. Daarmee wordt geregeld dat de opdrachtgever geen druk kan uitoefenen op de onderzoeker als die een onwelgevallig resultaat wil publiceren. Dit kan bereikt worden door de oprichting van een onafhankelijk fonds als buffer, waarin bedrijven hun bijdragen storten. Wie kijkt naar de vergaande invloed van de farmaceutische industrie op medisch onderzoek, begrijpt dat dit niet overbodig is.
Dit zijn drie stappen op weg naar een betrouwbaar en onafhankelijk onderzoeksbeleid. Door de toenemende invloed van het bedrijfsleven, is het zeer terecht dat de regering hiervoor duidelijke regels opstelt. Maar bovenal zijn voldoende investeringen in onderzoek nodig. Want het is niet uit te leggen dat de wetenschap vermarkt wordt omdat de regering de opkomst van de 'Campina-professor' wel best vindt.