Weeklog: May is niet belachelijk maar wel een gevaarlijke marktfundamentalist
In de Brusselse ‘bubble’ wordt de Britse premier Theresa May vooral belachelijk gemaakt. Daarom vertrouw ik zelden op de Brusselse analyses. Dat geldt ook voor de beoordeling van de speech die May op 2 maart jl. hield over het nieuwe ‘economische partnerschap’ dat ze met de EU wil. Het gaat hier niet om een belachelijke speech, maar als je erdoorheen kijkt, zie je hoe marktfundamentalisten als de Britse Conservatieven uiteindelijk altijd kiezen voor de markt boven de belangen van de werknemers. Ze beweert het tegenovergestelde maar uiteindelijk kiest ze voor de 10% en laat ze de 90% barsten, vooral in haar plannen voor een grotendeels vrij verkeer van diensten. Britten zullen via haar plannen geconfronteerd blijven worden met oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt.
De meerderheid van de Britten sprak zich per referendum uit voor een Brexit, niet eens zozeer vanwege traditionele Britse trots, maar vooral omdat ze zich zorgen maakten over verdringing op de arbeidsmarkt, onder meer door de grote toestroom van Oost-Europese arbeidskrachten. De ongelijkheid is in het Verenigd Koninkrijk enorm: de rijkste 10% bezitten volgens officiƫle cijfers van de Britse regering zelf 45% van alle vermogen, tegen 33% in Nederland. De 90% mag het dus doen met de resterende 55%, waarbij de armste 20% helemaal geen vermogen hebben en de armste 50% (de helft van alle Britten dus!) slechts 8.7%. Via een Brexit hoopten veel mensen dat ze het beter zouden krijgen, niet alleen door minder concurrentie vanuit andere lidstaten op de arbeidsmarkt, maar ook door een socialer beleid waartoe May zich aan het begin van haar regeerperiode toe had verplicht en wat ze in haar speech herhaalt.
Het bedrog van May zit erin dat zij een einde wil maken aan het vrij verkeer van werknemers, zonder eerlijk te zijn dat de verdringing juist via een vrij dienstenverkeer plaatsvindt. Een dienst klinkt vaag, maar de ZZP’er die in de bouw werkt of de ZZP’er die in de horeca of bij de beruchte Ubers en Deliveroos werkt, het zijn allemaal dienstverleners. Het bedrijf dat zich in het VK vestigt en zijn werknemers als gedetacheerden meeneemt, ook dat valt onder het dienstenverkeer. En laat May in haar speech nu juist met zoveel woorden zeggen dat ze al deze dienstverlening vrij wil laten. De uitbuiting van ZZP’ers als pseudo-werknemers mag dus van haar gewoon doorgaan. Dat is buitengewoon slecht nieuws voor de 90%: de concurrentie op de arbeidsmarkt blijft, terwijl als gevolg van de Brexit de economische vooruitzichten voor het land als geheel zeker niet beter worden. Als May soortgelijke overeenkomsten gaat sluiten via handelsverdragen met andere landen in de wereld, denk aan India, kan de verdringing op de arbeidsmarkt zelfs nog groter worden.
De enige conclusie die je kunt trekken is dat mensen als May, maar ook Rutte die in zijn Berlijn speech, ook op 2 maart, eveneens het vrije dienstenverkeer als groot goed presenteerde, zo verslaafd zijn aan hun marktdenken dat ze blind zijn voor de werkelijke zorgen van gewone mensen, van de 90%. Dat is gevaarlijk, maar het biedt ook kansen. Als SP kunnen we door hun verhalen heen prikken, niet door ze belachelijk te maken maar door te laten zien hoe hypocriet ze zijn. Als je de 90% vooruit wilt helpen, moet je juist het dienstenverkeer aanpakken. Alleen dan kun je de verdringing op de arbeidsmarkt en de voedingsbodem voor extreem rechts wegnemen.