Rio+20: wat voor toekomst wil jij?
Over een paar dagen begint in Rio de Janeiro de langverwachte VN duurzaamheidsconferentie, Rio+20 genaamd. Als kandidaat-Kamerlid voor de SP kan ik deze kans om van dichtbij te zien hoe wereldleiders de duurzame ontwikkeling van onze wereld bediscussiëren niet aan mij voorbij laten gaan. Een van de vijf beloftes van de SP in het concept-verkiezingsprogramma is immers; Wij kiezen voor duurzame ontwikkeling. Voor mij is Rio zo goed als om de hoek. Ik woon op dit moment in Buenos Aires waar ik tot voor kort werkte voor Greenpeace.
Rio+20 vindt precies twintig jaar plaats na de eerste internationale duurzaamheidstop in 1992. Het Kyoto-protocol om klimaatverandering te bestrijden werd hier geboren. Maar ook werd er besloten de biodiversiteit – hoeveel verschillende dier- en plantensoorten er bestaan op aarde – beter te beschermen. Twintig jaar later moeten we de conclusie trekken dat deze conferentie eigenlijk niets heeft opgeleverd. De biodiversteit is alleen maar afgenomen, de CO2-emissie is sinds 1992 met 30% gestegen en het Kyoto-protocol is na de mislukte top in Kopenhagen in 2009 een zachte dood aan het sterven.
De titel van de conferentietekst van Rio+20 is hoopgevend;´The future we want´. Maar wat voor toekomst willen de wereldleiders eigenlijk? Drie dagen lang gaat gesproken worden over het thema ´groene economie´. Maar zou de top eigenlijk niet moeten gaan over een ´groene samenleving´? Ongelimiteerde economische groei staat een duurzame samenleving – een goede toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen – in de weg.
Het pessimisme over de uitkomst van Rio+20 is groot. Niemand verwacht dat wereldleiders tot grootse daden gaan komen om de afbraak van de aarde te stoppen. En als je kijkt naar wat zo´n top precies inhoudt, is dat ook niet zo verwonderlijk. Beeld je in; honderden ambtenaren uit alle mogelijke landen en culturen die net zo lang onderhandelen over punten en komma´s in een stuk tekst tot iedereen zijn handtekening eronder durft te zetten.
Terwijl rijke landen vrezen voor hun toch al wankelende economieën in tijden van crisis en ontwikkelingslanden de duurzaamheidsmaatregelen met argusogen bekijken als een soort neo-kolonialisme dat hun ontwikkeling blokkeert.
Zo bezien kan Rio+20 niet meer opleveren dan een zouteloos verhaal over goede intenties zonder concrete beloften. Het doet me denken aan de fameuze campagneslogan rondom het referendum van de Europese grondwet; duurzame ontwikkeling, best belangrijk.
Maar gelukkig is Rio+20 is meer dan alleen een vergaderzaal vol ambtenaren en wordt er rondom de conferentie van alles georganiseerd door maatschappelijke organisaties, bewegingen en individuen die wél duidelijk weten wat voor toekomst ze willen voor zichzelf en hun kinderen. De energie die zo´n stoffige VN-conferentie losmaakt in de maatschappij is gigantisch. Ik persoonlijk geloof meer in de kracht van deze energie dan in de kracht van wereldleiders.
Rio zal de komende week het toneel zijn van een bonte verzameling bijeenkomsten, vergaderingen en demonstraties van mensen vanover de hele wereld. En ik ben er bij!