Vijf voor twaalf voor PvdA
De PvdA had het de afgelopen week bijzonder moeilijk. Ze werd geconfronteerd met wéér een gebroken belofte: er komt geen gratis kinderopvang. Sterker nog, er gaat verder op de kinderopvang bezuinigd worden. Nou was ik toch al geen voorstander van volledig gratis kinderopvang, want strikt genomen is dat ook een subsidie aan de hoge inkomensgroepen. Daar kun je als socialist natuurlijk niet voor zijn. Verder bezuinigen op de kinderopvang is echter ook ongewenst. Dat betekent namelijk dat de middeninkomens gepakt gaan worden. In veel huishoudens betekent dit dat de (deeltijd-) baan van de vrouw nu financieel minder aantrekkelijk wordt. Zo’n maatregel verwacht je niet van de PvdA, eerder van het CDA dat meer is gericht op de traditionele rol van de vrouw in het gezin, thuis dus.
Nadat eerst het onderzoek naar de Irak-oorlog was gesneuveld en steun voor het referendum over het Europese verdrag werd ingetrokken, is er dus weer een belofte van de PvdA van de baan. Ik voorspel dat al die verbroken beloften de PvdA gaan opbreken. Intern gerommel blijft dan ook niet uit. Enkele weken geleden maakte PvdA-prominent Arie van der Zwan in zijn boek “Van Drees tot Bos” gehakt van de partijlijn. Hij noemde zijn partij “ideologisch uitgewoond” en stelde dat de PvdA “geen hart meer” had. Wouter Bos verweet hij “gebrekkige overtuigingskracht”. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.
Op 1 mei, de dag van de arbeid, voegde de voorzitter van de Jonge Socialisten, Michiel Emmelkamp, zich in het koor van critici. Volgens hem is het vijf voor twaalf voor de PvdA. Een dag later verscheen een stuk van zijn hand op de opiniepagina van de Volkskrant. Hij signaleert vier problemen: 1. er is een gebrek aan visie die de kabinetsdeelname rechtvaardigt en duidelijk maakt waar de PvdA voor strijdt. 2. het regenteske imago. 3. een tekort aan passie en een overschot aan strategische manoeuvres. 4. het voortdurende draaigedrag.
Dat laatste punt is wat het meest in het oog springt. Het is echter niet meer dan een symptoom van de eerdergenoemde kwalen. Een gebrek aan visie en de grote afstand tot de kiezer maakt dat je partij makkelijk ten prooi valt aan opportunisme en zelfs populisme. De PvdA dreigt daaraan kapot te gaan en anders dan u misschien zou denken, ben ik daar helemaal niet blij mee. Liever doe ik zaken met een (redelijk) sterke maar in ieder geval standvastige sociaal-democratische partij als de PvdA dan met partijen die de neoliberale ladder nog verder zijn opgeklommen. Tegelijkertijd weet ik dat de PvdA van buitenaf niet te helpen is. Ik kan dan ook alleen maar hopen dat het JS-offensief “vijf voor twaalf” gericht op het PvdA-congres van juni succesvol is en maakt dat de partijtop de problemen erkent en aanpakt.