Peter Mertens: 'Links moet mensen weer klassenbewustzijn en vechtersmentaliteit bijbrengen'

Afgelopen najaar verscheen alweer het vijfde boek van Peter Mertens, algemeen secretaris van de Belgische PVDA, getiteld ‘Muiterij’. De Tribune zocht hem op in zijn woonplaats Antwerpen om met hem te spreken over zijn nieuwe boek. Een fijn gesprek over schuivende machtsverhoudingen in de wereld, over zijn visie op Europa en over fighting spirit en klassenfierheid.

Waarom heb je dit boek geschreven?

‘Omdat de wereld verandert. Dat is ook meteen de ondertitel van mijn boek: hoe onze wereld kantelt. Ik merk dat er heel wat onvrede in de wereld is en dat die onvrede alle kanten uit kan. Een heel groot deel van de mensen zegt: zo kan het niet langer. Die trekken dan aan de bel die hen het dichtstbij lijkt. Vaak is dat de verkeerde bel, maar ze trekken er wel aan. Wij socialisten moeten die onvrede zien, zowel in het mondiale Noorden als Zuiden. Want dat is eigenlijk de centrale doelstelling van mijn boek: alles wat er leeft aan mogelijke revolte in het Noorden en Zuiden met elkaar te verbinden.’

Vanwaar de titel ‘Muiterij’?

‘Tijdens het schrijfproces hoorde ik Fiona Hill spreken, een voormalig medewerker van de Nationale Veiligheidsraad van de VS. Haar reactie op de 127 landen die de sancties tegen Rusland niet steunden was: dit is muiterij. Blijkbaar is het dus muiterij als landen Washington niet meer volgen. Dat sprak mij wel aan. Het heeft ook een beetje een rebels karakter. En tijdens het schrijven, kreeg ik van medewerkers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam de geschiedenis van muiterij opgestuurd. Dat is super interessant. Want in de zeventiende en achttiende eeuw was er al veel verzet op de grote slaven- en handelsschepen. Dat verzet nam verschillende vormen aan. Van samen zingen, tot de Round-robin, een petitie waarop de handtekeningen in een cirkel stonden om zo repressie te voorkomen tegen degene die de actie gestart was, tot het overnemen van een schip. Ook het Engelse woord ‘strike’, dat we nu gebruiken om stakingen of werkonderbrekingen te benoemen, stamt uit die tijd. ‘Striking the sails’ betekent dat de zeilen werden gestreken, waardoor het werk stil kwam te liggen.

Via de waterwegen hebben ook revolutionaire ideeën zich kunnen verspreiden. Zo heeft de Franse Revolutie veel invloed gehad op de Haïtiaanse Revolutie, die op haar beurt weer van invloed is geweest op de Cubaanse Revolutie, enzovoort. Al die ideeën van zo kan het niet langer, we moeten af van het slavensysteem, van de feodale orde, verspreidden zich over zee. Dat zit allemaal in die metafoor van muiterij.’

Peter Mertens.

Als ik de eerste hoofdstukken van je boek lees, dan lijkt er op het eerste gezicht weinig veranderd te zijn. Grote bedrijven boeken recordwinsten over de rug van gewone mensen en regeringen wentelen de kosten vervolgens af op diezelfde mensen. Is het neoliberale kapitalisme niet springlevend?

‘Ja absoluut, maar ik denk wel in zijn meest arrogante en wellicht laatste fase voor de val. De eerste grafiek die ik in mijn boek heb opgenomen laat die decadentie goed zien. In het jaar 2022 waarin ons gezegd werd om de verwarming uit te zetten en arme gezinnen maar een extra trui moesten aantrekken, boekten de vijf grootste oliebedrijven een recordwinst van 200 miljard dollar.

Die schaamteloze plundering zie je ook bij de grote voedselbedrijven. Zij halen monsterwinsten binnen, omdat ze ons bij de kassa woekerprijzen laten betalen. En dan heb je nog de containerreuzen. Door corona hadden ze even een dip, maar die hebben ze inmiddels ruimschoots goedgemaakt door de prijzen de hoogte in te gooien. En dan krijg je inflatie. Men doet alsof dat een natuurwet is. Zo van: in de herfst vallen de bladeren en nu stijgen de prijzen. Terwijl die prijsstijgingen vooral veroorzaakt zijn door de overwinsten van de grote olie-, voedsel- en containerbedrijven.

Maar wat zeggen de Europese en Amerikaanse centrale bank? De arbeidsmarkt is oververhit. Waarmee ze eigenlijk willen zeggen dat te veel mensen een baan hebben. Hun oplossing is massawerkloosheid creëren om zo druk te zetten op de lonen. Dan denk ik: dit is gewoon klassenstrijd. Zij voeren een klassenoorlog midden in een crisis. Dat verhaal moet naar voren, want het dominante discours is: door de lonen stijgen de prijzen. De zogenaamde loon-prijsspiraal. Nou ik dacht het niet! Hoe kunnen de prijzen zijn gestegen als de lonen achteruit zijn gegaan?’

Door de oorlog in Oekraïne is de EU afhankelijker geworden van de VS voor zijn energievoorziening. Tegelijkertijd probeert president Biden met miljardensubsidies Europese bedrijven naar de VS te lokken. Hoe zou de EU zich tot de VS moeten verhouden, ook in het licht van de toenemende handelsoorlog tussen de VS en China?

‘Welke toekomst wij met Europa willen, is een ongelooflijk belangrijk debat. Omdat wij nu eenmaal in Europa wonen, en omdat je een bepaalde schaal nodig hebt om zaken als de energietransitie of klimaatverandering aan te pakken. Alleen is de Europese Unie in de afgelopen decennia een totale neoliberale constructie geworden. Men heeft alles op de markt gegooid en de deelnemende landen forse besparingen opgelegd. Dus vanuit de top van Europa heeft men een heel sterk anti-Europees gevoel gecreëerd.

Daar komt bij dat de EU sinds de Russische inval in Oekraïne volledig afhankelijk lijkt van de VS. Ineens dicteert Washington hier de wet. Neem Duitsland. Onder druk van de VS is Duitsland gestopt met Russisch gas af te nemen en geeft het nu jaarlijks 85,5 miljard euro aan defensie uit. Met als gevolg dat de Duitse economie al een tijdje in een recessie zit en er geen geld is voor noodzakelijke investeringen in openbaar vervoer en onderwijs. En daarom zeg ik in dit boek: misschien moeten we stoppen achter Washington aan te lopen. Want ondertussen worden Europese bedrijven met miljardensubsidies naar de VS gelokt. En Europa doet niets. Dan denk ik: waar zijn de bezielers van de Europese gedachte? Europa heeft weer een visie nodig. Op een publiek investeringsfonds om te vergroenen, op publieke infrastructuur en energienetwerken, op een publiek industriebeleid en op eerlijke en gelijkwaardige handelsrelaties met Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Dus ik vind dat Europa autonoom moet zijn. Onafhankelijk van iedereen, maar vooral van de VS.’

De PVDA België heeft nu bijna vijf jaar een vertegenwoordiger in het Europees Parlement. Hoe zie jij jullie rol in het Europees Parlement tegen de achtergrond van de door jou geschetste internationale ontwikkelingen?

‘Ook in het Europees parlement hebben we aangetoond dat we vanuit de oppositie thema’s op de agenda kunnen zetten en zaken in beweging brengen. Dat deden we bijvoorbeeld rond het opheffen van de patenten op het coronavaccin. Wij hebben ook het voordeel dat onze Europarlementariër, Marc Botenga, vlot vijftalig is. Hij is een hele goede spreker, charismatisch ook. We wisten niet dat hij zich zo zou ontwikkelen, maar dankzij hem hebben we heel veel contacten met linkse partijen en organisaties in Europa.

Ons standpunt is: met iedereen links van de sociaaldemocratie willen wij samenwerken. Natuurlijk zijn er verschillen, maar ik denk niet dat dit het moment is om die te benadrukken. We willen er dan ook alles aan doen om de fractie van The Left te behouden, ondanks alle moeilijkheden in Duitsland door de afscheuring binnen Die Linke en de onenigheden in Frankrijk tussen de PCF en La France insoumise.’

Op het wereldtoneel lijkt het Westen nog altijd de dienst uit te maken. Toch zie jij perspectief op verandering. Welk perspectief is dat?

‘Ik was in augustus in Zuid-Afrika op een conferentie om te spreken over mijn boek. Daar waren mensen uit Tanzania en Zambia die mij zeiden dat ze in de jaren zestig weliswaar politiek onafhankelijk waren geworden, maar economisch volledig afhankelijk bleven van het Westen. Ze moesten geld lenen bij het IMF dat hen vervolgens keiharde neoliberale hervormingen oplegde. Daardoor raakten deze landen steeds dieper in de schulden.

Nu is er een club van landen, namelijk Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (de zogenaamde BRICS-landen), wiens aandeel in de wereldeconomie sinds mei 2023 groter is dan dat van de G7. De BRICS hebben ook een eigen bank, de New Development Bank, met aan het hoofd Dilma Rousseff, de voormalige presidente van Brazilië. Landen als Tanzania en Zambia kunnen nu in plaats van bij het IMF, geld lenen bij de New Development Bank. Daardoor kunnen ze voor het eerst zelf beslissen waar ze in investeren. Hoewel het nog niet allemaal goed gaat, is dit wel echt een gamechanger.

Landen in het Zuiden hebben ook veel meer zelfvertrouwen gekregen. Ze leggen zich niet meer zomaar neer bij de dominantie van de VS. En op zich is dat goed, want dat betekent dat de alleenheerschappij van de VS in de wereld niet langer onomstreden is. Tegelijkertijd moeten we niet te veel illusies hebben over de BRICS-landen. Dat is echt geen linkse club.’

Je spreekt in je boek van dubbele muiterij, namelijk van de landen van het Zuiden tegen het Noorden, maar ook van muiterij binnen de Zuidelijke landen. Hoe zit dat precies?

‘Een aantal van die BRICS-landen heeft heel rechtse, dictatoriale regimes. Laat daar geen misverstand over bestaan. Neem India, waar een heksenjacht tegen moslims gaande is door de hindoe-nationalistische regering van president Modi. Dat is waanzinnig wat daar gebeurt. Modi heeft ook 788 boeren laten afknallen, omdat zij – met succes – meer dan een jaar lang protesteerden tegen zijn plannen om de landbouw te liberaliseren.

Maar er zijn ook linkse regeringen, zoals die van president Lula in Brazilië. Het beeld is dus divers. En dan kan het ook nog zo zijn dat de BRICS-landen op wereldniveau in hun botsing met de VS een progressieve rol spelen, terwijl sommige van die landen op nationaal niveau super reactionair zijn. Daarom zeggen wij ook: je moet wel de bewegingen van onderop blijven steunen, zoals die van de boeren in India. Dat is de muiterij benedendeks, die zich luid laat horen voor democratische rechten, landhervorming, en goedbetaalde arbeid.’

In hoeverre kun je de verschillende verzetsbewegingen die jij beschrijft met elkaar vergelijken, in de zin van dat ze dezelfde strijd voeren?

‘Op globaal niveau is het denk ik dezelfde strijd. Tegen de grote multinationals en het internationale kapitalisme dat op uitbuiting en uitputting is gebaseerd, en voor menselijke waardigheid, zelfbeschikking en fatsoenlijke lonen. Ik denk ook dat de werkende klasse internationaler is geworden door de mondialisering van productieketens. Werkers in verschillende landen voeren dezelfde strijd tegen uitbuiting en voor respect. Dat zie je bijvoorbeeld aan de stakingen bij Amazon in de Verenigde Staten en Duitsland.

Maar uiteraard verschilt de politieke situatie van land tot land. In Brazilië probeert de regering bijvoorbeeld een aantal landhervormingen door te voeren, terwijl de regering in India juist probeert om land te privatiseren. Die strijd is natuurlijk anders.’

Is het gezien de almacht van het internationale kapitalisme niet een beetje naïef om te denken dat een andere wereld mogelijk is?

‘Nee, ik vind het naïef om te denken dat deze wereld kan blijven voortbestaan. Dat je denkt dat de klimaatcrisis waar we nu middenin zitten geen gevolgen zal hebben. Dat de snelle opwarming van de aarde niet zal leiden tot verwoestijning, mislukte oogsten, torenhoge voedselprijzen en miljoenen vluchtelingen.

De klimaatcrisis gaat de wereld op een ongekende manier door elkaar schudden. En dan kan het verschillende kanten opgaan. Dat hoeft niet per se verkeerd te zijn, want crisis en chaos betekenen niet alleen ellende maar bieden ook de mogelijkheid tot fundamentele verandering.’

Op heel veel plekken in Europa – maar ook daarbuiten – zien we dat rechts-populistische partijen in de lift zitten. Neem de recente monsterzege van de PVV in Nederland. Hoe verklaar je deze opkomst en hoe stoppen we die?

‘Extreemrechtse partijen krijgen gewoon alle toegang en mogelijkheden. En dat is niet toevallig. Want bepaalde delen van het kapitaal hebben daar belang bij. Daarom krijgen ze zoveel aandacht in de media en worden hun leugens nauwelijks weersproken.

Ik denk dat het een fout is om de kiezers van deze partijen allemaal weg te zetten als racisten. Een groot deel van die kiezers zijn mensen die zich niet gehoord, niet gezien of niet gewaardeerd voelen. Die stemmen bij ons op Vlaams Belang omdat ze denken dat dat voor hen de beste stem is. Wij moeten ervoor zorgen dat deze kiezers ons als alternatief gaan zien. Als een partij die niet bang is om de zittende macht uit te dagen; als een beetje stoute, muitende partij. Als we dat imago weten op te bouwen, kunnen we echt de confrontatie aangaan met extreemrechts.

Wat ik wel een probleem vind, is het gebrek aan zelfvertrouwen bij links in Europa. Zo van: de wereld gaat naar de kloten en wij kunnen daar niks tegen doen, want wij zijn klein en het kapitaal is groot. Links moet mensen weer hoop en perspectief geven. En klassenbewustzijn en een collectieve vechtersmentaliteit bijbrengen. Fighting spirit en klassenfierheid. De potentie is er.’

Maar hoe bereik je de mensen die zich niet gehoord voelen?

‘Onze ervaring is dat in de boodschap die je verkondigt een zekere radicaliteit moet zitten. Zodat mensen het gevoel hebben: die zegt wat ik denk. Men noemt dat schertsend populisme, maar daar ben ik het niet mee eens. Wij lopen niet achter de massa aan, wij maken onze eigen analyse en gaan uit van onze eigen visie en mensbeeld. Ons standpunt over racisme is bijvoorbeeld niet populair, wij zijn antiracistisch.

Maar wij proberen wel hard te zijn in de boodschap die we overbrengen. Anders gaan de mensen naar de grootste roepers op rechts. Als twee derde van de bevolking niets van jou moet hebben, maar een derde vindt jou fantastisch, dan ben je de grootste partij. Je moet niet iedereen willen pleasen. Je kiest je klasse en de stem die daarbij hoort. Daar willen wij aan bouwen, ook in Europa. Wij staan als partij midden in de maatschappij, aan de kant van de mensen. Om de zaken in beweging te krijgen en verandering af te dwingen, moet je krachtsverhoudingen opbouwen van onderop, door een proces van sociale actie, organisatie en bewustmaking.’

 

Peter Mertens (1969) is socioloog en algemeen secretaris van de Belgische PVDA. Van 2008 tot 2021 was hij partijvoorzitter van de PVDA. Hij schreef meerdere boeken, waaronder Hoe durven ze? (2011), Graailand (2016) en Ze zijn ons vergeten (2020).

Muiterij: boek, docuserie én podcast

Van Muiterij is niet alleen een boek, maar ook een vierdelige documentaireserie en een podcast. Alle informatie is te vinden op www.petermertens.be