De omstandigheden menselijk maken

De coronapandemie legt genadeloos bloot hoe veertig jaar neolibe­ralisme onze economie en samenleving heeft verzwakt. Vier boeken, twee uit Nederland, twee uit België, zien de coronacrisis als een kans om te komen tot een andere, betere wereld. Hoe overtuigend zijn de oplossingen die zij aandragen?

12 mei 2020. Na zeven weken lockdown mag een dochter eindelijk weer haar moeder bezoeken in het verpleeghuis. Foto: Bert Beelen / ANP©

De laatste tijd verschijnen er in Nederland vele boeken waarin de houdbaarheid van het economisch systeem ter discussie wordt gesteld. Denk aan titels als Ontspoord kapitalisme, Ruw ontwaken uit de neoliberale droom en Fantoomgroei. Met name het laatste boek kreeg ruime aandacht en is veel verkocht. Terecht, want Fantoomgroei van historicus Sander Heijne en bestuurskundige Hendrik Noten is bijzonder helder geschreven. Het laat duidelijk zien waarom werkende mensen de afgelopen decennia niet of nauwelijks hebben geprofiteerd van de enorme economische groei; en bedrijven, topbestuurders en aandeelhouders wel.

Hun verhaal over stagnerende lonen en exploderende winsten is niet nieuw, maar zij hebben het wel voor een groter publiek toegankelijk gemaakt. Dat is belangrijk, want als je de wereld wil veranderen moet je haar eerst begrijpen. Ook wordt de kans op verandering groter als meer mensen weten wat er mis is met onze economie en hoe dat zo gekomen is. In die zin overtuigt Fantoomgroei, maar als het aankomt op oplossingen is dat een stuk minder het geval. Heijne en Noten noemen weliswaar verschillende inspirerende voorbeelden van coöperaties, maar hun aantal en omvang is te klein om een serieuze bedreiging te vormen voor de dominante markteconomie. Dat een nieuwe, betere wereld binnen hand­bereik ligt, zoals zij concluderen in hun boek, lijkt dan ook voorbarig en vooral ingegeven door wensdenken.

Kans van slagen

Ook Paul Verhaeghe, de bekende Belgische psychoanalyticus, hoopt dat de coronacrisis de aanzet geeft tot een andere economie en samenleving. “Willen we een antwoord op deze en toekomstige pandemieën én op de klimaatverandering dan moeten we overstappen naar een ander economisch model”, schrijft hij in zijn lezenswaardige essay Houd afstand, raak me niet aan. Om de klimaat- en economische crisis aan te pakken, moeten we volgens Verhaeghe groei vervangen door duurzaamheid.

Daarvoor moeten we ons richten op de motor achter economische groei: de kapitaalmarkten. “De geldstroom moet weg van bepaalde sectoren en bevrijd worden van de ziekelijke preoccupatie met groei”, aldus Verhaeghe. Makkelijk zal die omschakeling niet gaan, zo erkent hij ook zelf. Want economische en politieke machthebbers zullen er alles aan doen om de status quo te handhaven. Om tot een goede samenleving te komen, zijn opvoeding en onderwijs in zijn ogen sleutelinstrumenten. Alleen met een nieuwe generatie kritische burgers en politiek leiders kan volgens hem een betere wereld verwerkelijkt worden.

Hoewel Verhaeghe concreter is in zijn oplossingen dan Heijne en Noten, blijft ook hij een beetje hangen in wensdenken. In dat opzicht biedt Een land van kleine buffers, van econoom Dirk Bezemer, meer perspectief. Zijn toekomstscenario voor 2030 is immers gebaseerd op rapporten en voorstellen die er al zijn. Dat maakt de kans van slagen groter. Zeker ook omdat de verandering die hij bepleit geen breuk vormt met het kapitalisme. ‘Ik heb dit boek geschreven omdat ik het kapitalisme wil redden van zichzelf, niet om het vaarwel te zeggen en te pleiten voor socialisme of een andere vorm van economische organisatie’, zegt hij in een interview elders in deze Spanning.

Prometheus: de vooruitziende

De vraag is wel of echte verandering mogelijk is – binnen een economisch systeem dat “al wat leeft en beweegt tot markt maakt”. Dit treffende citaat is afkomstig uit het vlammende pamflet Ze zijn ons vergeten: De werkende klasse, de zorg en de crisis die komt van Peter Mertens, voorman van de Belgische PVDA. Volgens hem staan we op een tweesprong: “Ofwel kiezen we ervoor overheidsgeld te mobiliseren om private reuzen te bedienen en verder te vertrouwen in marktwerking. Ofwel kiezen we ervoor dat we zélf als overheid investeren, onze eigen doelstellingen opleggen en duurzame jobs creëren.”

 

Vanzelfsprekend kiest Mertens voor de laatste optie. Hij komt met een plan bestaande uit vier elementen: energie, vervoer, het digitale en de zorg. Hij noemt dit het Prometheusplan. De naam verwijst naar Prometheus, de ‘vooruitziende’: de Griekse mythologische figuur die het vuur van de goden stal en aan de mensheid gaf. Mertens’ vooruitziende plan moet zowel een groene als sociale omwenteling bewerkstelligen. Net als de Amerikaanse Green New Deal, die Mertens ook als voorbeeld noemt. Om zijn Prometheusplan werkelijkheid te laten worden, moeten we volgens hem de omstandigheden menselijk maken. “We hebben een samenleving nodig die de mens opnieuw mens laat zijn. Een nieuw type socialisme.” Mertens erkent dat zo’n vooruitzicht utopisch is – omdat een betere, rechtvaardigere wereld ver weg lijkt en machthebbers er alles aan doen om mensen te laten geloven dat systeemverandering onmogelijk is. Maar hij stelt ook dat het vooruitzicht op socialisme realistisch is, omdat er voor mens en planeet geen alternatief is dan een wereld waarin de menselijke maat centraal staat.

Het is een goede zaak dat er in Nederland (en België) steeds meer boeken verschijnen die duidelijk maken wat er mis is met ons economisch systeem en dat we een andere economie en samenleving nodig hebben om echt iets te doen aan de extreme ongelijkheid en vernietiging van de aarde. Hoe meer mensen zich hiervan bewust worden, hoe groter de kans dat zij zich willen inzetten voor een betere, rechtvaardigere wereld. Laten we de omstandigheden menselijk maken, zoals Peter Mertens zegt, is wat dat betreft een prachtige oproep aan ons allen.