Mirjam de Rijk: 'Alles wat niet om mag vallen moet je in publieke handen nemen'
Journalist Mirjam de Rijk is gefascineerd door de wereld van het grote geld en de invloed daarvan op de economie en samenleving. Voor weekblad De Groene Amsterdammer schreef zij een serie artikelen getiteld: ‘Help, het kapitaal neemt ons over’, waarvoor ze de Loep won. Inmiddels is haar nieuwe boek verschenen: Gekaapt door het kapitaal: zorg, onderwijs, wonen en kinderopvang. Daarin schetst ze niet alleen wat er aan de hand is, maar ook hoe het zo ver heeft kunnen komen én wat er tegen te doen is. De Tribune sprak haar daarover in haar woonplaats Amsterdam.
Waarom heb je dit boek geschreven?
‘De aanleiding was dat ik regelmatig las dat er bedrijven of publiek gefinancierde organisaties werden opgekocht. Ik wilde weten welke beweging daarachter zat. Dan kom je op sites van adviesbureaus die dit soort overnames begeleiden en gaat er een wereld voor je open. Mijn interesse gaat sowieso uit naar geldstromen en hoe die van invloed zijn op onze economie en samenleving. De kaping van de publieke sector door het kapitaal is daar een enorm voorbeeld van.’
Winst maken in de zorg: hoe doe je dat?
‘Dat kan op vele manieren. Ik noem er geloof ik elf in mijn boek. Dan moet je denken aan het kiezen van cliënten waar je een hoge vergoeding voor krijgt maar weinig kosten voor maakt, aan belastingontwijking, het vermarkten van vastgoed, of het opsplitsen van bv’s waardoor je hogere huren kunt vragen. Wat je ook veel ziet is dat zorgorganisaties worden opgekocht om vervolgens snel weer te worden doorverkocht. Zo ontstaat een piramidespel: je rekent erop dat een volgende koper nog meer betaalt dan jij.
In sommige onderdelen van de zorg is winst maken trouwens niet verboden. En in andere delen mag het niet, maar gebeurt het toch. Bij zorg met verblijf is dat mogelijk door de wettelijke splitsing van zorg en wonen. Op zorg mag je geen winst maken, maar op wonen wel. Sindsdien zijn woon-zorgcentra voor ouderen en gehandicapten winstmachines geworden. Een ander geitenpaadje is dat medisch-specialisten zich door een ziekenhuis laten inhuren als zzp’er of als onderaannemer en dan mag winst maken wel.’
En hoe gaat dat in het onderwijs?
‘Scholen zelf mogen geen winst maken, maar de toeleveranciers wel. Daar gelden geen beperkingen voor. En tegenwoordig zijn er nogal wat toeleveranciers in het onderwijs. Niet alleen van potloden en pennen, maar ook van beleid, ICT-systemen, leraren en bijles. Die toeleveranciers rekenen hoge prijzen, doen aan koppelverkoop, zijn soms de enige aanbieder en maken misbruik van het gebrek aan kennis bij scholen. Uitzendbureaus en detacheringsbureaus kunnen vragen wat ze willen, vaak wel twee tot drie keer zoveel als voor een vaste leerkracht.’
Wat maakt dat je aan wonen zoveel kunt verdienen? Wat is daarvan de belangrijkste oorzaak?
‘Wonen is vooral duur omdat een kleine groep mensen er heel veel geld voor neer kan leggen en de andere groep gedwongen wordt om dat ook te doen door te lenen. Natuurlijk speelt schaarste een rol, maar als je kijkt naar de bouwkosten dan bepalen die maar voor twee vijfde de woonprijs. De rest gaat naar banken, beleggers, projectontwikkelaars en grondeigenaren.’
Waarom mag je in de kinderopvang gewoon winst maken?
‘Het gekke is: de kinderopvang wordt voor meer dan 70 procent publiek gefinancierd, maar er is niks geregeld over winst maken. Ook de Wet Normering Topinkomens geldt er niet. Hoe dat kan? Er is gedacht: de markt regelt het wel. Van oorsprong waren het stichtingen die kinderopvang aanboden, daarna kwamen de kleine ondernemers en daar hebben weinig mensen bezwaar tegen. Maar later werden die bedrijven opgekocht door private equity en toen werd duidelijk dat het vrijlaten van de kinderopvang problemen met zich meebracht.’
Hoe kan het dat de publieke sector zo is gekaapt door het kapitaal?
‘Er zijn eigenlijk twee hoofdoorzaken. Een is dat er heel veel kapitaal is en twee is dat de publieke sector is opengelegd voor rendementszoekers. Deels is dat bewust gedaan. Denk maar aan de scheiding van zorg en wonen die bedoeld was om marktpartijen binnen te halen. Er is in Nederland nooit een politieke meerderheid geweest die de zorg echt heeft willen beschermen.’
En hoe is dat bij bedrijven gegaan?
‘Ik denk dat het vergelijkbaar is. Er wordt vaak gedacht dat de publieke sector en de overheid tegenover bedrijven en ondernemerschap staan. Maar ik durf wel te stellen dat het in veel gevallen is: de publieke sector en ondernemerschap tegenóver het grote geld. Want ook bedrijven moeten steeds meer aan de leiband lopen van hun financiers. Uiteindelijk is het voor de economie een groot probleem als bedrijven slechts handelswaar en rendementsmachines zijn. Dan kun je nooit mikken op investeringen voor de lange termijn en ben je als ondernemer vooral bezig met de vraag: hoe kan ik mijn bedrijf binnen een aantal jaar verkopen?’
In hoeverre is deze kaping door het kapitaal uniek geweest voor Nederland?
‘Je kunt denk ik niet zeggen dat het in Nederland erger is dan in veel andere landen. Neem bijvoorbeeld de ouderenzorg: die is in Spanje en Engeland meer geprivatiseerd dan bij ons. Of het onderwijs. In de Angelsaksische landen zijn veel private scholen, hier (nog) niet. Het aantal overnames door private equity is in Nederland wel relatief hoog voor Europese begrippen. Alleen in de VS ligt het nog hoger.’
Je hebt het nu over de publieke sector, maar hoe zit het bij bedrijven?
‘Zeker de grotere landen zijn beter geweest in het beschermen van hun eigen bedrijven. In de VS is het bovendien zo dat bedrijven hun hoofdkantoor niet meer mogen verplaatsen als ze zich daar eenmaal gevestigd hebben. Tenzij ze worden overgenomen door een buitenlands bedrijf. Daardoor ben je als land minder chantabel. Bedrijven kunnen niet zeggen: als de belastingen te veel worden verhoogd, vertrekken we. Dat is onder Obama in wetgeving vastgelegd. Om dat als klein land als Nederland te doen is lastiger, maar het zou wel in Europees verband kunnen. Er zijn dus best mogelijkheden om je bedrijven beter te beschermen.’
Waar komt al dat kapitaal eigenlijk vandaan?
‘Van hele rijke particulieren, verzekeraars en pensioenfondsen, en van bedrijven. Dat zijn de drie groepen met grote hoeveelheden kapitaal. Zij vertrouwen dat geld onder meer toe aan private equity. Dat kapitaal wordt trouwens vaak nog eens verdubbeld met leningen van banken. Het gevolg daarvan is dat MKB-bedrijven, die zelf heel moeilijk leningen kunnen krijgen bij een bank, worden opgekocht door private equity, met behulp van leningen van banken. Het beleid van banken speelt hier dus een grote rol in.’
In hoeverre hebben we zicht op de eigenaren van kapitaal?
‘We weten in Nederland heel weinig over het eigenaarschap van onze economie. En dat geldt ook voor de uiteindelijke eigenaren van kapitaal. Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) heeft geprobeerd om uit te zoeken welke kapitaaleigenaren van grote vervuilende bedrijven tegen klimaatinvesteringen waren, maar is daar niet achtergekomen. De aandelen staan formeel op naam van vermogensbeheerders als BlackRock, maar wie hun kapitaalverschaffers zijn blijft onduidelijk.’
Hoe krijgen we dan meer grip op kapitaal?
‘Je moet een heleboel dingen tegelijk doen. Meer transparantie en regels voor kapitaal zou zeker helpen. Die regels waren er begin jaren negentig nog, dus die zou je nu ook weer in kunnen voeren. Ook belangrijk is het tegengaan van het oppotten van kapitaal. Dat is wel een lastige, want om bijvoorbeeld belastingen op kapitaal te verhogen heb je veel draagvlak nodig. En je zou iets moeten doen aan het gemak waarmee je schulden kunt maken om daarmee nieuw kapitaal te creëren.’
Wat is ervoor nodig om de publieke sector en bedrijven uit de greep van het grootkapitaal te houden?
‘Er moeten regels komen over winst. Winst maken overal verbieden is denk ik niet mogelijk en ook niet altijd wenselijk. Maar alles wat niet om mag vallen, moet je in publieke of semi-publieke handen houden of nemen. Denk bijvoorbeeld aan onderlinge communicatiesystemen voor scholen of ziekenhuizen.
Op andere plekken moet je zorgen voor echte concurrentie, voorkomen dat bedrijven te groot worden, koppelverkoop tegengaan, en verbieden dat ze gegevens van mensen mogen doorverkopen aan een ander. De hoofdlijn zou moeten zijn: als iets publiek gefinancierd wordt, dan mag je er geen winst aan onttrekken. Dat vraagt om precisiewerk, want juridische claims liggen altijd op de loer.’
Is er ook niet meer debat nodig over de publieke moraal van bedrijven en maatschappelijke instellingen?
‘Zeker. We moeten het veel meer met elkaar hebben over wat we willen van publieke organisaties. Die organisaties hebben lang te horen gekregen dat ze zich als bedrijven moesten gaan gedragen. Dan krijg je een andere mentaliteit en een andere manier van aansturing. Bovendien is er weinig nagedacht over welke eisen we stellen aan publiek geld. En het luistert nauw, want als publieke organisaties zich misdragen, wordt dat meteen gebruikt om de hele sector de nek om te draaien. Laat de markt het maar doen, wordt er dan gezegd.’
Mirjam de Rijk (Amsterdam, 1962) is journalist en voormalig GroenLinks-politica. Zij schrijft voor De Groene Amsterdammer over economie en samenleving en publiceerde eerder onder andere het boek 51 mythes over wat goed zou zijn voor de economie.