‘In Wallonië zijn de sociaaldemocraten links gebleven’

Overal in Europa hebben we de afgelopen jaren de opkomst van uiterst rechtse partijen gezien. Uitzondering daarop is Wallonië. Franstalig België heeft uiterst rechts tot nu toe buiten de deur weten te houden. Wat is hun geheim? Spanning vroeg het aan politicoloog Léonie de Jonge, die in 2019 promoveerde op een onderzoek naar het succes en falen van radicaal rechts-populistische partijen in de Benelux-landen.

 

Wat zijn de belangrijkste bevindingen van je onderzoek?

‘Dat in de hele Benelux vraag is naar radicaal rechts-populistische partijen, maar dat ze het in Vlaanderen en Nederland veel beter doen dan in Luxemburg en Wallonië. Om dat verschil te verklaren, ben ik gaan kijken welke andere factoren doorslaggevend zouden kunnen zijn. Toen kwam ik uit bij de media en de gevestigde politieke partijen. Samen bepalen zij als poortwachters welke thema’s en partijen aan bod komen, en daardoor hebben ze invloed op het succes of falen van radicaal rechts-populistische partijen.’

In hoeverre verschilt de opkomst van radicaal rechts-populistische partijen in Nederland met die in andere landen?

‘Wat uniek is aan Nederland, is dat je het keerpunt precies kunt herleiden tot de opkomst van en moord op Pim Fortuyn. Daarna heeft een soort overcompensatie plaatsgevonden. Met name bij de media. Zij zijn massaal de volkswijken ingetrokken om de boze burger aan het woord te laten. Alles moest gezegd en geroepen kunnen worden, zonder dat daar grenzen aan gesteld werden. Dat heeft bijvoorbeeld Thierry Baudet met zijn Forum voor Democratie enorm in de kaart gespeeld. Als je zo’n partij aan het begin zoveel aandacht en legitimiteit geeft, dan kun je dat moeilijk weer terugdraaien. Er is nu wel een debat op gang gekomen onder journalisten over wat wel of niet gezegd kan worden, maar het is de vraag of dat niet te laat is.’

Gaan jouw bevindingen over het succes van rechts-populistische partijen in Vlaanderen en Nederland ook op voor de buurlanden Frankrijk en Duitsland?

‘Ja, voor die landen gelden mijn bevindingen ook. Frankrijk is eigenlijk het beste voorbeeld. Daar zie je heel duidelijk dat de opkomst van radicaal rechts-populistische partijen veroorzaakt is door de gevestigde partijen. Het Front National van Jean-Marie Le Pen is groot gemaakt door de sociaaldemocratische partij onder François Mitterrand, om daarmee centrum-rechts te verzwakken. Mitterrand overtuigde de Franse publieke omroep om meer aandacht te besteden aan het Front National. Dit had tot gevolg dat Le Pen opeens meer kansen kreeg om zich te mengen in het publieke debat, en tegelijkertijd rechtstreeks zijn kiezers kon bereiken. Het zorgde er ook voor dat de partij als minder extremistisch werd gezien. Wat het Front National ook in de kaart speelde, was dat de sociaaldemocraten zich minder gingen bezighouden met sociale klasse en meer met migratie. En dat zij migratie als een cultureel thema gingen behandelen in plaats van een economisch.

Duitsland is wat ingewikkelder. Daar hebben de media en de gevestigde partijen juist heel lang een cordon sanitaire gevormd rondom uiterst rechts. Totdat de Alternative für Deutschland als een soort Trojaans paard de politieke arena is binnengereden. Zij presenteerde zich aanvankelijk als een eurosceptische partij en is vervolgens steeds verder naar rechts opgeschoven. In zekere zin heeft Forum voor Democratie dezelfde weg afgelegd. Naarmate de partij groter werd, is ze steeds meer de extreem-rechtse hoek ingeschoven.’

Wallonië weigerde als enige in Europa het vrijhandelsverdrag van de EU met Canada (CETA) te ondertekenen. De Parti Socialiste speelde als grootste regeringspartij een belangrijke rol in het verzet tegen CETA. Foto: Marten van Dijl©

Ik wil graag wat dieper met je ingaan op het verschil in succes tussen radicaal rechts-populistische partijen in Vlaanderen en Wallonië. Is de Waalse bevolking minder vatbaar voor rechts-populistische partijen dan de Vlaamse?

‘Nee, dat is een grote mythe. Uit kiezersonderzoek blijkt er wel degelijk een voedingsbodem te zijn voor uiterst rechts in Wallonië. Economisch gezien gaat het er al lange tijd slecht. De werkloosheid is bijvoorbeeld hoger dan in Vlaanderen. En Walen zijn over het algemeen ook meer geneigd om tegen migratie te zijn dan Vlamingen. Het potentiële electoraat voor een uiterst rechtse partij is dus minstens even groot in Wallonië als in Vlaanderen.’

In hoeverre zijn rechts-populistische partijen meer geworteld in Vlaanderen dan in Wallonië?

‘Aan de aanbodzijde zien we inderdaad een verschil. Uiterst rechts heeft in Vlaanderen van oudsher een grote organisatiekracht. Het Vlaams Belang (eind jaren zeventig opgericht als Vlaams Blok) komt voort uit de Vlaamse Beweging. Een overkoepelende term voor organisaties die zich inzetten voor de emancipatie van het Vlaamse volk in België. Het Vlaams Belang wist heel goed het netwerk van de Vlaamse Beweging te gebruiken om nieuwe leden en kiezers te werven. In Wallonië ontbreken dergelijke netwerken. Daardoor is daar het lastig voor rechts-populistische partijen om kiezers te mobiliseren en geschikte kandidaten te vinden.’

Hoe zit het met het stemgedragin Vlaanderen en Wallonië?

‘Centrum-linkse en radicaal-linkse partijen doen het veel beter in Wallonië dan in Vlaanderen. In Vlaanderen zijn de sociaaldemocratische kiezers massaal overgelopen naar het Vlaams Belang, terwijl ze in Wallonië de sociaaldemocratische partij grotendeels trouw zijn gebleven. Daar is de Parti Socialiste (PS) nog steeds toonaangevend en dat is uniek in Europa. Mede door de economische situatie in de regio zijn traditionele linkse thema’s als ongelijkheid en herverdeling nog steeds belangrijk voor de Waalse kiezer. De PS is ook de klassieke sociaaleconomische scheidslijn tussen links en rechts blijven politiseren en heeft zich niet laten verleiden om migratie als cultureel thema te beschouwen. Door haar cliëntelistische en lokaal sterk verankerde manier van politiek voeren, is de PS erin geslaagd om haar oude maatschappelijke ‘zuil’ te behouden. Ook omdat de ontzuiling in Wallonië minder ver gevorderd is dan in Vlaanderen of Nederland.’

Neigt het cliëntelisme van de PS niet naar corruptie?

‘Ja, dat is wel zo. Er zijn veel corruptieschandalen binnen de PS geweest. Dat kost ze ook wel stemmen. Maar tegelijkertijd luistert de partij nog steeds naar haar kiezers en blijft zij trouw aan haar sociaaleconomische standpunten.’

Hoe kijkt de partij aan tegen migratie?

‘Als een economisch thema. Wat interessant is aan Wallonië, is dat buitenlandse arbeiders van begin af aan zijn opgenomen in de vakbonden. Daardoor werden zij gezien als mede-arbeider in plaats van concurrent voor een arbeidsplaats. Dat is een belangrijke reden waarom het migratiethema minder gepolitiseerd is geraakt dan elders in Europa. Op lokaal niveau vliegt er overigens nog wel eens een PS-politicus uit de bocht met anti-migratiestandpunten, maar de partijtop neemt daar dan direct afstand van.’

Kost dat de PS geen stemmen?

‘Over het algemeen doet de partij het gewoon goed, zeker in vergelijking met sociaaldemocratische partijen in omliggende landen. Al zie je absoluut een dalende trend. De afgelopen jaren zijn ze links ingehaald door de PTB (Parti du Travail de Belgique ofwel Partij van de Arbeid van België, TL). Ook de PS heeft dus te maken met stemmenverlies, maar veel minder dan haar zusterpartijen in Europa. De PS is heel dicht bij haar ideologie gebleven, terwijl andere sociaaldemocratische partijen veel meer naar rechts zijn opgeschoven.’

Hoe houden de PS en de andere gevestigde partijen in Wallonië uiterst rechts buiten de deur?

‘Ik denk op twee manieren. Aan de ene kant door vast te blijven houden aan de oude sociaaleconomische scheidslijn tussen links en rechts. En aan de andere kant door duidelijk afstand te nemen van uiterst rechtse partijen. Door niet mee te gaan in hun verhaal en geen standpunten van hen over te nemen. De gevestigde politieke partijen in Wallonië werken dus als een soort buffer tegen de opkomst van uiterst rechts.’

Illustratie: Len Munnik

Een andere belangrijke factor voor het falen van rechts-populistische partijen in Wallonië is het cordon sanitaire van de media. Kun je daar iets over vertellen?

‘Sinds 2010 bestaat er een formele overeenkomst onder journalisten om politici met zogenaamde ‘vrijheidsberovende’ overtuigingen consequent buiten spel te zetten. Doel van deze mediastrategie is niet om ze dood te zwijgen, maar om ze droog te leggen. Extreemrechtse politici zijn nooit live op televisie te zien. Ze worden wel geïnterviewd, maar hun uitspraken worden altijd van context voorzien. Een van de redenen waarom deze strategie zo succesvol is, is dat alle media eraan meedoen. Het cordon is dus waterdicht.’

In Vlaanderen was aanvankelijk ook een cordon sanitaire van de media tegen het Vlaams Blok, de voorloper van het Vlaams Belang. Waarom heeft deze geen stand gehouden?

‘Omdat afspraken over een cordon van de media nooit duidelijk op papier zijn gezet. Naarmate het Vlaams Belang meer stemmen en invloed kreeg, werd de berichtgeving steeds genuanceerder. In 2004 behaalde de partij 24 procent van de stemmen en veranderde zij van naam, nadat het Vlaams Blok was veroordeeld wegens racisme. Voor de media was dat het signaal om het Vlaams Belang als een gewone politieke speler te behandelen. Dus niet meer als extreemrechtse partij.’

Hoe houdt Luxemburg radicaal rechts-populistische partijen buiten de deur?

‘Ook in Luxemburg heerst er een consensus onder journalisten en politici van gevestigde politieke partijen om het populisme en extremisme tegen te gaan. Journalisten vinden bijvoorbeeld dat de media geen platform mogen bieden aan politici met radicale en extremistische overtuigingen. Maar in tegenstelling tot Wallonië zijn afspraken hierover nooit formeel vastgelegd.’

Léonie de Jonge. Foto: Marleen Annema

Hoe wenselijk is een cordon sanitaire vanuit democratisch oogpunt?

‘Daar wordt verschillend naar gekeken. In Nederland is een cordon sanitaire taboe. Hier moet alles gezegd en geschreven kunnen worden. In Wallonië kijken ze er anders tegenaan. Daar zien journalisten het als een belangrijk middel om de democratie te beschermen. Probleem is dat zo’n discussie over een cordon sanitaire alleen zinvol is als radicaal of extreemrechtse partijen nog niet zijn doorgebroken. Anders gebruiken ze het in hun voordeel door te roepen dat ze geboycot worden door de elite.’

In hoeverre hebben gevestigde politieke partijen ook baat bij succesvolle radicaal rechts-populistische partijen?

‘Ik denk zeker dat ze er baat bij hebben. De VVD heeft meerdere verkiezingen gewonnen door een tweestrijd te creëren tussen Wilders en Rutte. Ook D66 heeft electorale winst geboekt door zich te positioneren tegenover de PVV. In ons politiek stelsel is het natuurlijk nooit een race tussen twee partijen, maar het werkt wel om je op te werpen als de enige legitieme tegenstander van uiterst rechts.’

Léonie de Jonge is universitair docent Europese politiek en maatschappij aan de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP). Ze doet onderzoek naar uiterst rechtse partijen en organisaties.