Acteur Dragan Bakema: 'Verbeelding hebben we allemaal nodig'
Acteur en theatermaker Dragan Bakema doorstond harde levenslessen. Het vormde zijn visie op de maatschappij en bracht hem bij de SP. Bij de komende verkiezingen op 22 november hoopt hij op een omslag in de samenleving: ‘De socialistische inslag van mensen heeft mij hier gebracht.’
Wie van theater en musicals houdt, kent Dragan Bakema. Als acteur is hij bekend van het Pauperparadijs, Soldaat van Oranje en diverse tv-series. Hij schreef filmscenario’s en werd meermaals genomineerd voor een Gouden Kalf. Hij gebruikt zijn stem niet alleen voor het werk dat hij doet, maar ook om maatschappelijk onrecht aan te kaarten.
Bakema groeide op in een gezin met één broer. In tegenstelling tot hoe het vroeger bij zijn ouders thuis ging, merkt Bakema dat hij zijn kinderen in veel rustiger vaarwater kan opvoeden: ‘Mijn vader en moeder hebben heel snel kinderen genomen. Er was geen veerkracht om geduldig te reageren op onverwachte zaken die zich voordoen in het leven, het was heel impulsief. Ik heb daar zelf erg mee geworsteld en het heeft ook vragen opgeroepen over hoe ze dat met mijn broer en mij hebben aangepakt.’
Het terugkijken op deze tijd heeft Bakema doen beseffen wat opvoeden voor de samenleving betekent: ‘Ik zeg echt niet dat ze slechte ouders voor ons zijn geweest, maar ik denk wel dat familiewaarden daardoor juist heel belangrijk voor mij zijn geworden. Het is ook waarom ik vind dat we de maatschappij op dat punt moeten veranderen. Opvoeding is zo ontzettend belangrijk en als je daar aandacht en ruimte voor organiseert binnen de samenleving, dan heeft iedereen daar profijt van.’
Contact tussen mensen
Hebben we in onze consumptiemaatschappij dan te weinig aandacht voor opvoeding? ‘Werk hard genoeg zodat je een hypotheek kunt krijgen of zodat je die mooie auto of breedbeeldtelevisie kunt kopen. Steek je in de schulden om dat mogelijk te maken en je kan niets anders meer dan altijd alles doen om je hoofd boven water te houden. De samenleving is ingericht op zoveel mogelijk consumeren. Maar als ik je vraag: wat is het mooiste moment van je leven? Dan is dat nooit het moment waarop je een nieuwe smartphone kocht. Het is een bijzondere dag met je kind, dat je verliefd werd op je partner, een laatste gesprek met je vader voordat hij stierf. Daar gaat het over! Contact tussen mensen, een gevoel.’
‘Maar wat nu belangrijk is in onze maatschappij, is juist dat presteren en winnen ten koste van anderen. Dat is erin geramd door jarenlange neoliberale politiek. Dat klopt gewoon niet en daar moeten we weer vanaf. Ik ben een artiest dus ik heb eigenlijk nooit heel veel geld kunnen uitgeven aan dingen. Ik heb een onregelmatige baan en dus ook een onregelmatig inkomen. Ik weet nooit wanneer ik geld heb. Om die reden heb ik daar ook mee leren omgaan. Dat is mijn leven. Maar het gaf me ook focus op wat echt belangrijk is.’
Psychologische gymnastiek
Waarom lukt het de mensen die hieronder lijden niet om met dat individualisme te breken? ‘Als je te veel zorgen hebt over je eigen bestaan, dan heb je helemaal geen tijd meer om je druk te maken over het grotere plaatje. Als je bezig bent met overleven, dan is dat psychologische gymnastiek en je moet een beetje kunnen uitademen om je visie te kunnen vergroten. En rechts maakt daar gebruik van. Die komen met hele simpele oplossingen, geven bijvoorbeeld buitenlanders de schuld omdat die allemaal onze banen zouden komen inpikken. Terwijl het de bazen zijn die te beroerd zijn om voldoende te betalen, waardoor zij goedkope arbeid naar Nederland halen. Zo worden mensen door rechts tegen elkaar uitgespeeld terwijl ze elkaars medestander zijn voor bijvoorbeeld een beter loon.’
‘Ik vertaal de politiek naar een familieopstelling. Stel je voor dat je aan de keukentafel een kapitalistische manier van denken laat zien. Dan zou ik als vader direct alle broccoli van tafel grissen omdat ik de sterkste ben en dan hebben mijn kinderen niets. Zij zijn dan sukkels en losers en ik ben de winnaar. Dat is absurd maar een samenleving richten we wel zo in. Een groep mensen profiteert van dit systeem en met hen gaat het buitenproportioneel goed. En de politiek staat dat toe. Maar kijk naar die miljoen armen in Nederland. Het is heel erg makkelijk om dat te veranderen maar de politieke wil is er nu niet. Bedrijven bepalen nu wat er in Nederland gebeurt, niet wij als volk. De ruimte en investering die we bereid zijn om aan onze kinderen te geven, is hoe je ook een maatschappij en iedereen daarbinnen zou moeten behandelen.’
Fouten gemaakt
Het geluk wat Bakema nu in zijn leven ervaart is niet van alle tijden. Voordat hij op het punt kon komen waar hij nu is, heeft hij persoonlijke moeilijkheden moeten overwinnen. Bakema vertelt open over wat hij heeft doorstaan en hoe dat hem heeft gevormd: ‘Als ik terugkijk op mijn leven, dan heb ik behoorlijk wat fouten gemaakt. En dan vraag ik me af: hoe kan het dat ik al die fouten heb kunnen maken en daarvan heb kunnen leren in plaats van dat ik ben omgevallen? Waardoor kon ik mijn hoofd boven water houden?’
‘Er was een periode waarin ik veel te veel alcohol dronk. Twaalf jaar geleden ben ik daar volledig mee gestopt. Dat is gelukt doordat mensen om mij heen me niet hebben laten falen, maar mij hebben opgetild. Mensen die van mij hielden. Ze zeiden niet: de ellende waar hij zichzelf in heeft gestort die heeft hij verdiend, maar ze vroegen zich af hoe dat zo was ontstaan. Elke avond zat ik in de foyer en eigenlijk was dat gewoon een veredelde kroeg. Mensen die je voorstelling hebben gezien komen dan naar je toe en bieden je iets te drinken aan. Dat is natuurlijk ontzettend leuk maar voor hen is dat een uitje wat ze één keer per maand doen, voor mij was het zeven dagen in de week.’
Hoe kom je er weer bovenop als je in zo'n situatie zit? ‘Ik heb altijd goede mensen om mij heen gehad. Mensen die me echt hebben omhelsd, veelal ook SP’ers. Zij hebben mij de handvatten gegeven om mijzelf te kunnen ontwikkelen en om uit die situatie te komen. Het was de socialistische inslag van mensen die mij zover heeft gebracht. Waren het mensen geweest die op een kapitalistische manier dachten dan hadden ze mij al lang laten vallen. Je hebt mensen nodig die geïnteresseerd zijn in de diepere oorzaken van waarom iets gebeurt en waarom iemand op een bepaalde manier handelt. Die bescherming had ik gelukkig. Dat is voor mij de basis van socialisme: je helpt mensen in plaats van dat je ze laat falen zodat jij zelf kan slagen.’
Een mooi systeem
Bakema realiseert zich erg goed hoeveel geluk hij daar mee heeft gehad. Had hij in andere kringen verkeerd dan was het misschien wel heel anders afgelopen. Daarom vindt hij dat het niet van dit toeval mag afhangen of mensen worden geholpen, maar dat we de maatschappij op die manier moeten inrichten: ‘Het zou niet uit moeten maken of je toevallig de juiste mensen om je heen hebt die bereid zijn dat voor je te doen. Ieder mens moet vanaf het moment dat diegene geboren is kunnen rekenen op een mooi systeem, een sterk maatschappelijk apparaat dat voor je zorgt als dat nodig is.’
Hij vervolgt: ‘Daar zou ook niemand zich schuldig over moeten voelen. Los van het feit dat dit gewoon de menselijke manier is om de samenleving in te richten, is het nog goedkoper ook. Want bedenk maar eens hoeveel programma’s en regelingen er moeten worden opgetuigd om in te grijpen zodra het echt misgaat met mensen. Dan wordt de gezondheidszorg pas echt duur.’
Je eigen stem
Het is duidelijk dat Bakema het economisch rendementsdenken hekelt. Vanzelfsprekend is dat ook zo bij de door hem geliefde kunsten. Net zoals andere delen van de maatschappij hebben die ook te lijden gehad onder de vele neoliberale kabinetten, zo vertelt Bakema: ‘Als je afstudeerde aan de toneelacademie, zoals ik heb gedaan, dan had je bijna direct een aansluiting en vaste baan bij een theatergezelschap. Die tijden zijn natuurlijk al lang voorbij. Maar er waren nog wel veel productiehuizen, bijna iedere schouwburg had er wel één. Je kon je daar bij aansluiten. Dan deed je nog niet mee met de grote spelers maar je kon wel producties gaan maken, jezelf ontwikkelen. Zo kon je dus heel goed je eigen stem ontdekken.’
Dat werd anders toen Rutte aan de macht kwam, zegt Bakema: ‘Productiehuizen werden wegbezuinigd en nu zijn er nog maar een paar theatergezelschappen over in Nederland. Die hebben dan een paar mensen in vaste dienst en voor de rest is iedereen zzp’er. Dat was nog uit de tijd van Balkenende en zijn flexibele schil. Eigenlijk dus gewoon zodat het makkelijker is om mensen te kunnen ontslaan. Maar wat gebeurt er dan bij artiesten? Die concurreren elkaar naar beneden toe. Niet iemands kwaliteiten maar wie de laagste prijs vraagt is dan bepalend voor wie de baan krijgt. De basis, de ontwikkeling van nieuw talent is met het verdwijnen van veel productiehuizen weg en de lonen zijn gedaald.’
Visie op cultuur
Het probleem zit daarbij in een politieke visie op cultuur die is doorgesijpeld naar de maatschappij: ‘Het komt voort uit het belachelijke idee dat cultuur gewoon een hobby is, totaal onbelangrijk. Dat is hoe de maatschappij nu is ingericht. Maar het klopt niet. Dat zie je als je weer teruggrijpt naar die familieverbanden: bij kinderen beginnen we meteen met zingen, we gaan tekenen en doen rollenspellen. Zo maak je contact met je kind. Dat is hoe we verhalen vertellen. Het is essentieel in de letterlijke betekenis van het woord. Het is zo gek dat we dat voor kinderen heel normaal vinden maar vervolgens laten varen als we ouder worden.’
Toch begrijpt Bakema dat niet iedereen zo nadenkt over kunst en cultuur: ‘Als je bezig bent met je eigen problemen, met je hoofd boven water houden, dan staat het verdwijnen van productiehuizen niet bovenaan je lijstje met prioriteiten. Maar daar is dan ook echt een rol weggelegd voor de politiek: om het toegankelijk te houden voor iedereen zodat mensen zelf kunnen ervaren wat het effect kan zijn van goede kunsten, dat het je raakt.’
‘Een goed verhaal dat geeft je inzicht. Als je een goede film ziet dan kan het handelen van een hoofdpersonage je anders laten nadenken over je eigen situatie. Vertellers zijn enorm bedreven om op die manier te laten zien hoe je dingen kunt veranderen. Die ontwikkeling van verbeelding hebben we allemaal nodig. Dat is hoe we tot nieuwe ideeën komen voor hoe we de samenleving beter kunnen maken. Kunst is wat ons redt en wat ons reinigt.’