Maak ontslag rechters makkelijker
Rechters die evident de plank misslaan, kunnen nu niet worden ontslagen. Het is de taak van het parlement om dat te veranderen, betoogt Krista van Velzen.
Rechters worden in Nederland voor het leven benoemd. Daarmee is hun onafhankelijkheid grondwettelijk gewaarborgd. Een rechter kan alleen door de Hoge Raad worden geschorst of ontslagen op voordracht van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De gronden voor schorsing en ontslag zijn echter beperkt. Een rechter moet ziek, gek of crimineel zijn wil hij kunnen worden geschorst of ontslagen. Maar wat gebeurt er met slechte rechters? Rechters die evident en verwijtbaar de plank – meerdere malen – misslaan? Niets, en daar zit het probleem. De benoeming voor het leven voorkomt namelijk ook dat een rechter op grond van bewezen incompetentie kan worden geschorst of ontslagen.
Iedereen moet in Nederland verantwoording afleggen voor zijn daden. De bouwvakker aan zijn baas, de aannemer, en de aannemer aan zijn opdrachtgever. De regering wordt gecontroleerd door het parlement, en het parlement door alle burgers van Nederland. Deze verantwoording voorkomt onzorgvuldigheid, luiheid, vooringenomenheid en een gebrek aan kennis van zaken. Met andere woorden, ze waarborgen de kwaliteit van de samenleving.
In het geval van rechters bestaan er geen mechanismen die de kwaliteit waarborgen. Geen toezicht en geen sancties. Alsof rechters uiteindelijk niet ook gewoon mensen zijn. En één kenmerk aan mensen is dat zij kunnen falen.
De wetgevende macht moet geen directe invloed hebben op de rechtsprekende macht en haar vonnissen. Maar het zijn wel de Staten-Generaal die ervoor moeten zorgen dat de rechtsprekende macht naar behoren kan functioneren. Als blijkt dat de rechtsprekende macht handvatten mist om te zorgen dat de kwaliteit van vonnissen van hoge waarde blijft, dan is het de wetgevende macht die haar te hulp moet schieten en die handvatten moet geven. Hiervoor zijn een aantal mogelijkheden.
Stel toetsingscommissies in bij rechtbanken die periodiek vonnissen beoordelen. Die beoordeling mag niet vrijblijvend zijn en er moeten maatregelen kunnen worden genomen wanneer rechters niet naar behoren functioneren. Op die manier kunnen zwakke kanten van rechters van tijd tot tijd worden gecorrigeerd.
Verruim de gronden voor schorsing en ontslag zodat de procureur-generaal bij de Hoge Raad ook rechters voor schorsing en ontslag voor kan dragen die disfunctioneren. De praktijk is nu dat er in zo’n geval een keuze moet worden gemaakt tussen niets doen en een goed gesprek waarin een rechter wordt gevraagd zelf op te stappen. Een niet functionerende rechter moet door de Hoge Raad kunnen worden weggestuurd.
Stel een onafhankelijke Revisieraad in. Missers in het verleden bewijzen dat er een dringende behoefte is aan een onafhankelijke raad die buiten de rechterlijke macht om naar de gang van zaken in een strafzaak kan kijken. Bij gerede twijfel aan de juistheid van een rechterlijk vonnis moet de burger een klacht kunnen indienen bij een onafhankelijke instantie: de Revisieraad. Deze raad kan niet alleen diepgaand het onderzoek door de politie en het Openbaar Ministerie opnieuw bekijken, maar ook het oordeel van de rechter analyseren. Dat onderzoek kan uitmonden in een – bindend – advies aan de Hoge Raad om tot herziening over te gaan.
Politici moeten niet op de stoel van de rechter gaan zitten. Maar het is de taak van volksvertegenwoordigers om, uit naam van de burgers, het vertrouwen in de rechtstaat te bewaken. Het zijn immers de Staten-Generaal zelf die ooit hebben vastgesteld hoe de trias politica functioneert. Volksvertegenwoordigers mogen daarom niet zwijgen wanneer rechters opzichtig blunderen en vervolgens weigeren verantwoording af te leggen. Het is hun taak om als wetgever te handelen en voorstellen te doen om herhaling te voorkomen. De wetgever geeft de onafhankelijke rechterlijke macht de handvatten om het interne zelfreinigend vermogen te versterken. Zo kunnen politiek en rechterlijke macht zich samen, met respect voor de scheiding der machten, inzetten om het vertrouwen van de burgers in de rechtsstaat terug te veroveren.