Geld voor verbreding landbouw moet snel komen
Eric Smaling pleit ervoor de directe toeslagen snel te vervangen voor vergoedingen voor maatschappelijke diensten. Dat komt volgens hem vooral kleine boerenbedrijven goed uit.
Het is bizar te zien hoe het boereninkomen en met name de melkprijs de afgelopen twee jaar gestegen en daarna weer in elkaar gezakt is. Het laat de kwetsbaarheid zien van de sector.
Wil niemand meer cd’s, dan gaan de producenten failliet of ze gaan andere producten verkopen. Een boer heeft land, gebouwen en (vaak) dieren. Hij of zij zal als reactie op lage prijzen een camping of een boerengolfbaan kunnen beginnen, maar vaker wordt het verlies genomen, gewacht op betere tijden of de EU springt bij. Bovendien lijkt de boer machteloos tegenover de supermarkten. Dominantie in de keten door verwerkers en distributeurs jaagt schaalvergroting aan.
In combinatie met het opvolgingsprobleem leidt dit toch tot veel bedrijfsbeƫindigingen. Het Landbouw-Economisch Bericht 2009 constateert dat met name het middelgrote bedrijf verdwijnt. Wat blijft zijn groter wordende bedrijven die beter in staat zijn kostenbesparend te produceren, naast kleinere bedrijven die een groter deel van hun inkomen uit nevenactiviteiten halen, maar ook uit streekeigen productie.
Ondertussen pleit de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor een versnelde liberalisering van de Europese landbouw. Dit kan makkelijk leiden tot nieuwe uitbreidingen van veestapels en verhoogd gebruik van kunstmest en middelen, net nu we de vervuiling in de landbouw enigszins hebben beteugeld. Het zou ook meteen strijdigheid met Brusselse milieuwetgeving opleveren.
Veel beter zou het zijn om binnen het GLB de directe toeslagen versneld te vervangen door ’tweede pijler’-gelden (steun voor maatschappelijke diensten) , die met name de groep kleinere bedrijven ten goede kan komen en bedrijven die rondom Natura 2000-gebieden liggen. Grotere bedrijven kunnen beloond worden voor het buiten houden van de dieren in de zomer. Op deze manier moet er genoeg geld verdiend kunnen worden in een systeem dat weliswaar veel handel kent, maar de nadruk meer gaat leggen op productie en consumptie binnen de regio en op het multi-functionele karakter van onze landbouw.