Polderen over natuur vergt goede aanpak
Om discussies over beheerplannen in Natura 2000-gebieden in goede banen te leiden, is een goede aanpak vereist. Een aantal voorzorgsmaatregelen zijn nodig.
Landgebruikers in en rondom Natura 2000-gebieden zijn niet meer vergunningplichtig voor het "bestaand gebruik" van hun onderneming. Dat klinkt overbodig, maar het moest geregeld worden via een wetswijziging in het kader van de Europese Habitatrichtlijn.
Natuurbeschermers zijn van mening dat de wetswijziging zal leiden tot aantasting van de natuur. De van vergunning vrijgestelde gebruikers moeten namelijk zelf vaststellen of een uitbreiding van hun bedrijf zal leiden tot 'significante' verstoring. Bovendien voorziet de wet slecht in de signalering van cumulatie van effecten. Belangenbehartigers van boeren en ondernemers zeggen echter dat er 'nu wel genoeg natuur is'.
In de komende jaren moeten in 162 Natura 2000-gebieden beheerplannen worden gemaakt. Alle ruimtegebruikers in en rondom deze gebieden moeten rond de tafel om in gezamenlijk overleg tot een beheerplan te komen. Aangezien ieder een eigen, ander belang heeft, is absoluut niet gegarandeerd dat dit polderproces het optimale resultaat oplevert. Gemeentes zitten bovendien vaak met het probleem van de dubbele pet: tegelijk initiatiefnemer en handhaver zijn.
De Natura 2000-gebieden worden voor 55 procent omzoomd door weide en akker en voor 20 procent door stad en dorp. Veel van de Natura 2000-gebieden zijn bijzonder klein. En hoe kleiner het gebied, des te meer belanghebbenden je zult aantreffen. Wat zou er moeten gebeuren? Ten eerste: zorg dat bij het vaststellen van de beheerplannen een onafhankelijk scheidsrechter optreedt als procesbegeleider. Ten tweede: maak één beheerplan voor gebieden met veel kleine Natura 2000-gebiedjes. Dat is efficiënter en effectiever, en leidt tot meer samenhang voor het gebied als geheel. Ten derde: stel bufferzones vast rond het natuurgebied. Hier wordt intensivering van de landbouw niet toegestaan. Desbetreffende boeren worden beloond uit Europese plattelandsgelden en gestimuleerd tot streekeigen productie. Dit gaat ook cumulatie van negatieve effecten tegen, want het natuurgebied komt verder af te liggen van verstorend landgebruik.