'Maak een vuist tegen vierde verdieping'
In plaats van recht tegenover elkaar te staan met betrekking tot de Hedwigepolder, zouden milieuclubs en landbouwers er beter aan doen de veroorzaker van hun onderlinge strijd aan te pakken. Dat betoogt Hugo Polderman, Tweede-Kamerlid voor de SP.
Bij het debat over het ontpolderen van de Hedwigepolder staan de milieu- en natuurbeweging aan de ene kant, en de landbouw aan de andere kant. Ze bestrijden elkaar te vuur en te zwaard. De Havenschepen van Antwerpen, Marc van Peel, stond er bij en glimlachte erom tijdens het debat dat deze krant had georganiseerd. Als de spreekwoordelijke derde hond die er met het been (de verdieping) vandoor gaat.
De echte strijd bij deze derde verdieping is de aloude strijd tussen economie en ecologie. Die strijdt wordt al decennia langs de oevers van de Schelde gevoerd. De aanleg van het industriegebied in het Sloe, de komst en groei van Dow Terneuzen, de alsmaar uitbreidende haven en industrie in Antwerpen en de reeks verdiepingen van de hoofdgeul. Steeds ging het ten koste van dan wel natuur, dan wel landbouwgrond. Bij de tweede verdieping werd voor het eerst de vraag gesteld of dit zo wel door kon gaan. Er moest een noodwet aan te pas komen om die tweede verdieping door te kunnen laten gaan.
Om de tegengestelde belangen met elkaar te verzoenen, werd destijds de 'ontwikkelingsschets 2010' geschreven. Hier werd de toekomst beschreven van de drie verschillende doelen: economie van Antwerpen, landbouw en natuur. Dat gebeurde in abstracte termen, wat zorgde voor instemming van alle partijen. Wie is er immers tegen 'voldoende natuurontwikkeling'? Pas toen dat begrip concreet werd in het onttrekken van een landbouwgebied ten behoeve van 'nieuwe natuur' - lees ontpolderen - was de algemene instemming weg.
Nu staan de verdedigers van landbouwgrond lijnrecht tegenover de pleitbezorgers van het groen. Maar is het wel zo slim om de vermeende tegenstelling tussen landbouw en natuur zo op de spits te drijven? Is het niet beter om eens de handen in elkaar te slaan en de doelen van de Antwerpse Haven wat kritischer te benaderen. Havenschepen Marc van Peel bleef namelijk opvallend vaag op de vraag of er al werd nagedacht over een vierde verdieping. Ook een door de SP gevraagde uitspraak van de Tweede Kamer hierover werd niet gesteund. Als de natuur- en landbouwclubs niet nu gaan samenwerken, staan ze over enkele jaren weer hetzelfde gevecht te voeren.
De clubs moeten zich afvragen of al die verdiepingen en verruimingen van de Schelde wel nodig zijn. In een uitstekend stuk in dagblad De Tijd van 8 oktober betoogt Marc de Roo dat de noodzaak tot verdieping vanuit objectieve analyse van de groei van de containerbewegingen helemaal niet logisch is. Hij betoogt dat het ook na de derde verdieping allerminst zeker is dat de grootste containerschepen voor Antwerpen kiezen. Vlaanderen zou er beter aan doen de haven van Zeebrugge op de kaart te gaan zetten. De Zeeuwen moeten een keuze maken. Zij moeten de keuze maken om gezamenlijk op te komen voor de Zeeuwse cultuur- en landbouwgrond en de veiligheid van de bewoners van Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Maar ook de veiligheid van Antwerpen zelf is in het geding. Het opslingeren van het getij door de verdiepingen maken het oostelijke deel van de Schelde er namelijk niet veiliger op. En dan laten we de veiligheid van de steeds grotere schepen in combinatie met binnenvaart en recreatievaart nog maar even buiten beschouwing.
De nu zo bestreden ontpoldering van de Hedwigepolder is een compensatie voor natuurschade van eerdere geulverruimingen. En vanuit de eerder genoemde ontwikkelingsschets zou er nog veel meer natuurontwikkeling (lees ontpoldering) als compensatie moeten plaatsvinden. Voldoende stof voor flinke interne Zeeuwse ruzies, terwijl we juist met zijn allen samen op de barricades moeten gaan staan, tegen de vierde verdieping!