Van Velzen: Intensieve veehouderij moet duurzamer
De SP wil de problemen die de intensieve veehouderij veroorzaakt in het milieu aanpakken door de kosten door te berekenen aan de vervuiler. Als deze kosten worden doorberekend zal de prijs van voedsel weliswaar wat stijgen, maar zijn de producenten zelf verantwoordelijk voor de hoogte daarvan. Ook zouden de kosten van bijvoorbeeld de bestrijding van dierziekten, destructie van dode dieren, zuiveren van vervuilde grond en water doorberekend moeten worden. “De intensieve veehouderij moet de rekening gaan betalen voor hun werkwijze, in plaats van deze door te schuiven naar de belastingbetaler,” stelt SP Tweede-Kamerlid Krista van Velzen, in reactie op de nieuwste informatie over de gevolgen voor het milieu van de intensieve veeteelt.
Van Velzen is geschrokken van de analyse van het Milieu en Natuur Planbureau, naar aanleiding van het burgerinitiatief ‘Boeren met Toekomst’ van Milieudefensie, dat onder andere een heffing op vlees bepleit. De natuur blijft ernstige schade ondervinden van de ammoniakuitstoot van de veehouderij, ook als de voorstellen van het burgerinitiatief worden overgenomen. “Het is erg zorgwekkend dat zelfs halvering van de veestapel nog niet leidt tot een fors minder zware aanslag op ons milieu. Het is hoog tijd de veehouderij duurzamer te maken.”
De SP is niet voor een vaste milieuheffing op vlees, maar vindt dat de sector moet betalen voor de vervuiling die zij veroorzaakt. Op die manier pak je de problemen aan bij de bron. Van Velzen: “De eerste berekeningen geven aan dat de kosten die de overheid maakt voor de intensieve veehouderij, voor onder andere het zuiveren van vervuild bodemwater en dierziektebestrijding, oplopen tot meer dan een miljard euro per jaar. Die kosten doorberekenen dwingt de intensieve veehouderij om bewuster om te gaan met de omgeving.”