Geen open grenzen zolang huisvesting ernstig tekort schiet
Zolang er geen fatsoenlijke huisvesting is voor werknemers uit Midden- en Oost-Europa moeten de grenzen zeker niet verder open. Dit stelde SP-Kamerlid Paul Ulenbelt vandaag in het Vragenuurtje. Minister Donner van Sociale Zaken wilde echter niets weten van een verband tussen de open grenzen de abominabele huisvesting waar deze werkers veelal mee te maken krijgen.
Ulenbelt: "Gisteren heeft een wethouder van de Gemeente Den Haag namens de vier grootste gemeenten een klemmend beroep gedaan op het kabinet om de grenzen voor Oost-Europese arbeiders op dit moment niet verder te openen. Deze gemeenten constateren nu al dat de buitenlandse arbeiders in handen vallen van huisjesmelkers. En constateren dat malafide uitzendbureaus, goedkope woningen kopen en daar 6, tien of soms wel 12 mensen onderbrengen. Deze mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden. De gemeenten zijn er van overtuigd dat het verder openen van de grenzen zal leiden tot verloedering van bepaalde wijken. Voor een groot deel de wijken waarvan het kabinet nu juist heeft gezegd dat het prachtwijken moeten worden."
"Gisteren hebben medewerkers van de gemeente Den Haag mij rondgeleid. Ik heb de woningen gezien. Onder ander een kleine woning, volgestouwd met twaalf matrassen, zelfs in de kast onder de trap en in het schuurtje. Deze twaalf bewoners betaalden 200 euro per matras per maand. Dus de huiseigenaar strijkt 2400 euro per maand op voor een woning waarvoor anders 400 euro huur wordt betaald."
"Ik heb twee vragen aan de minister. Wilt u zich persoonlijk op de hoogte stellen van de misstanden? En geeft u gehoor aan het klemmende beroep van deze gemeenten, een oproep waarbij de FNV zich vanochtend heeft aangesloten?"
"De huisvesting van Poolse werknemers staat los van het wel of niet openen van de grenzen," antwoordde minister Donner. Nu geldt alleen voor bedrijfstakken waar werkgevers aantoonbaar moeilijk aan personeel kunnen komen een soepeler beleid. Het kabinet wil de grenzen snel helemaal openen, ondanks de waarschuwingen van de vier grote steden.
