Laten we onze ouderen kleinschalig huisvesten
Phillipe heeft veel geld en woont op stand in het centrum van Parijs, maar hij zit in een rolstoel. Hij is verongelukt bij het paragliden en is van nek tot teen verlamd. Daarom heeft hij veel hulp nodig. Als intiemste verzorger kiest hij Driss, een jonge, werkloze, zwarte man uit een voorstad. Getweeën maken ze wat van het leven. Wat? Dat is te zien in de humoristische, op historische feiten gebaseerde, Franse film Intouchables. De film laat zich prima vergelijken met One Flew Over the Cuckoo’s Nest uit 1975.
Natuurlijk, Philippe kan het zich financieel veroorloven helpers in privédienst te hebben, maar dat is niet waar de film over gaat. De film gaat over hoe Phillipe en Driss, ondanks de zware handicap van Phillipe, steeds de mooie dingen van het leven opzoeken. Dat lukt niet altijd, maar ze komen een eind. (Al ben je verlamd, je kunt altijd paragliden, en wrijven aan de oorlelletjes schijnt ook een erotische ervaring op te leveren.) De meeste mensen komen niet graag in een verpleeghuis. Je gaat omdat je moeder er ligt, of een goede vriend, maar de meesten doen het niet omdat ze het zo gezellig vinden daar, oog in oog met de aftakeling. Ik ging het liefst met mijn moeder naar buiten, op zoek naar ruimte en frisse lucht. Zij in de rolstoel en ik erachter.
De manier waarop wij onze ouderen wegstoppen in grote gebouwen waar ze meestal niet de zorg krijgen die ze zouden moeten krijgen, heb ik altijd een van de grootste schandalen gevonden van de ‘moderne’ tijd. Te weinig aandacht, hoegenaamd geen privacy, onsmakelijk eten, er zijn veel zaken niet in orde. Ondervoeding en depressiviteit komen vaak voor. We weten het, en we weten het al heel lang. Wie ik hierover ook spreek, vrijwel iedereen benadrukt geen kritiek te hebben op de verpleegkundigen en de verzorgenden. Men heeft eerder veel bewondering voor wat zij aan inzet tonen. Bezoekers zien zelf dat er te weinig personeel is, en zij horen de verhalen over de kleine contractjes (zelfs nulurencontracten komen voor) en over de slechte beloning.
Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven die de menselijke maat als uitgangspunt nemen. Zo heb ik als Kamerlid enkele plekken bezocht waar men het helemaal anders doet. Voor hetzelfde geld, welteverstaan. Kleinschalig, zelf koken, veel aandacht, veel familie-inzet, veel vrijwilligers, daarom meer activiteiten, fijne sfeer. De directeur van zo’n huis: „En waarom denkt u dat hier zes en geen acht mensen samenwonen? Omdat er maar zes gehaktballen in de pan kunnen.” De klok rond is er professionele hulp. Natuurlijk houdt dat in dat het personeel bereid moet zijn in principe alle werkzaamheden te doen. Maar dat is vrijwel nooit een probleem.
Met al die nieuwe ouderen die eraan komen, zullen we van de nood een deugd moeten maken. De zorg moet gehumaniseerd worden: kleinschalige huisvesting voor ouderen, in de buurt. Laten we het schandaal aanpakken en niet langer wegkijken. Voor iedereen een Driss.