'Het geeft me energie dat we nog zoveel te winnen hebben.'
Twee jaar is Lilian Marijnissen inmiddels alweer de SP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Hoe kijkt zij naar het bewogen jaar 2019 en wat verwacht ze van 2020? ‘Het is extra hoopgevend dat juist nu mensen zich organiseren.’
Twee jaar fractievoorzitter. Hoe ben je veranderd vergeleken met twee jaar geleden?
Lilian lacht: ‘Ik ben tien jaar ouder geworden. Het is een turbulente tijd geweest, met drie verkiezingen waar mensen niet op mij konden stemmen – maar je hebt daar wel een rol in. Ze kwamen ook snel: ik zat er net en toen waren er al raadsverkiezingen. Dus kon ik meteen naar grote NOS-debatten en zo. Ik denk, nee hoop, dat ik als persoon niet heel veel ben veranderd. Mijn leven is wel erg veranderd. Mijn verwachtingen over wat het betekent om fractievoorzitter te worden waren van tevoren wel realistisch. Ik heb het immers van dichtbij gezien. Dat hielp. Ik had verwacht dat het druk en pittig was – en dat klopte. Maar toch: je bereidt je niet voor op de druk. De verantwoordelijkheid, die altijd drukt. In je hoofd gaat het altijd door. Een aankomend debat of een campagne, dingen die geregeld moeten worden of beter kunnen. En als je denkt, ik ga even met de hond lekker wandelen in het bos, dan is er nieuws waar je op moet reageren, en dan moet dat. Mensen zeggen terecht: plan je rust in – en dat doe ik ook – maar die verantwoordelijkheid kun je niet wegplannen.
Electoraal heeft de SP geen fijn jaar gehad. Hoe houd je de moed erin?
‘Dat lukt me heel aardig. Ik laat me er niet door uit het veld slaan. Ik probeer het om te zetten in positieve energie: dit laten we ons toch niet gebeuren!? Kijk, balen van de uitslag dat doe ik ook, hoor. Je ligt een nacht wakker. Maar bij mijn verantwoordelijkheid hoort ook dat ik er snel weer moet staan. Op camera, met een analyse en een verhaal. En dat is maar goed ook. Ik zit zo ook in elkaar. Ik denk bij de uitslag van de Europese verkiezingen meteen: volgende keer zijn we er in Europa weer bij, daarvoor moeten we alles op alles zetten. Kom op! En die voorbereiding begint vandaag! Dat klinkt niet alleen leuk naar buiten toe – iedere verliezer zegt dat op zo’n avond – maar ik voel dat ook echt zo. Het geeft me energie dat we nog zo veel te winnen hebben.’
En de moed erin houden in de partij? Zie je daarin een rol voor jezelf?
‘Ik heb mijn zomerreces gebruikt om met heel veel leden in gesprek te gaan; vooral te luisteren natuurlijk. Maar het was ook een moment om er te zijn voor de leden, niet te duiken maar er te staan. Uiteindelijk gaat het erom dat ik mijn werk goed doe: fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Daar moet ik in voorop gaan. Maar dit hoort er zeker bij.’
Wat vond je van de sfeer op die avonden?
‘De sfeer was goed en ik was positief verrast over de opkomst. Dat zegt ook wel wat over SP’ers. Dat je na zulke uitslagen toch in de zomer naar een avond gaat en wilt meedenken. Er waren veel ideeën, kritische suggesties en afdelingen die naar zichzelf keken. Er zijn nu een stuk of acht regionale bijeenkomsten geweest en het komende halfjaar doen we er nog meer.’
Tijdens die avonden werd er ook gesproken over de lonencampagne. Waarom?
‘Omdat we ons als SP’ers goed kunnen vinden in dat onderwerp. Leden reageerden er heel positief op. Je ziet dat de tijd rijp is. In de Tweede Kamer gaat een meerderheid mee met de SP als we stellen dat lonen bij bedrijven 5 procent hoger moeten. Het is een mooi thema. We kunnen onze systeemkritiek erin kwijt; in dit systeem is het zo dat de aandeelhouders de winsten krijgen en de mensen niet. Daardoor stijgen de lonen al veertig jaar niet noemenswaardig. Dat is geen natuurverschijnsel: dat is het systeem. Dat komt onder andere door het gebrek aan zeggenschap van werknemers.
Maar het is ook heel concreet: we willen een hoger minimumloon. Dat betekent in het leven van een half miljoen werkende mensen heel concreet dat zij hun rekeningen wél kunnen betalen. En hetzelfde in het leven van gepensioneerden, werkzoekenden en ander mensen van wie het inkomen is gekoppeld aan dat minimumloon. Het thema leent zich dus voor concrete strijd. Ook voor hogere lonen in de publieke sectoren – denk aan de leraren in staking, de historische ziekenhuisstaking. Wij staan zij aan zij met deze mensen en hun heel redelijke eisen. Het past bij de SP, want het gaat over de vraag of mensen hun eerlijke deel krijgen. Het is een mooie politieke strijd die je kunt voeren – heel ideologisch in de Kamer, maar ook heel concreet in het leven van mensen.’
Ideologisch? Gaat het dan niet gewoon om geld?
‘Jazeker ideologisch! We nodigden schrijver Ghiridaradas uit in Den Haag om te spreken over systeemverandering (zie vorige Tribune, –red.), we hebben een vijfpuntenplan gepresenteerd voor de economie. Daarin staat een hoger loon. Dat noemen sommigen ‘plat’, omdat het alleen over centen zou gaan. Leg dat maar uit aan de mensen die hun rekeningen niet kunnen betalen, denk ik dan. Maar ook: onze voorstellen zijn deel van een geheel aan voorstellen die meer zeggenschap bij de mensen leggen. En het gaat niet alleen om eerlijk betaald krijgen, maar ook om eerlijk betalen. In de Tweede Kamer is men nu akkoord gegaan met het SP-voorstel om een miljonairsbelasting te onderzoeken. Dat is weer een stapje voorwaarts.’
De ideologische termen vlogen over de tafel tijdens de Algemene Beschouwingen.
‘Ik vind dat wel mooi. Het CDA zegt: we moeten niet meer spreken over de woningmarkt maar over volkshuisvesting. Dat zei Remi Poppe járen geleden al. Dan kun je cynisch doen en erop wijzen dat het maar woorden zijn. Maar je kunt ook zeggen: ze zitten dichter bij ons dan ooit, laten wij het nu gaan afdwingen. Dát is aan ons. We gaan het heus niet cadeau krijgen. Het blijft een belangenstrijd.’
Om toch even bij het geld te blijven: kost dat wat, zo’n minimumloonverhoging?
‘Ja, dat kost geld omdat alle gekoppelde uitkeringen ook omhoog gaan. Maar we hebben ook de zogenoemde inverdieneffecten van het verhogen van het minimumloon laten uitrekenen. Met andere woorden: wat gebeurt er met de economie als mensen met een laag inkomen meer gaan verdienen? Dat gaan ze uitgeven. Dus snel meer geld in de kassa’s van winkels, dus meer werkgelegenheid, enzovoort. Een miljonair die er geld bijkrijgt opent een tweede bankrekening in Zwitserland of gaat beleggen. Verhogen van het minimumloon kost geld, maar levert ook veel op.’
Heb je tijd voor boeken of films die je inspireren?
‘Als het lukt wil ik snel naar de nieuwe film van Ken Loach, Sorry We Missed You. Die is net uit. Ik heb zijn vorige film I, Daniel Blake gezien; ik haal echt inspiratie uit zulke films. Ik heb er veel te weinig tijd voor. Hetzelfde geldt voor een boek lezen. Ik moet het boek van Gert-Jan Segers lezen dat deze week uitkwam. Want ik hoor te weten wat hij schrijft.’
Wat wens je de SP voor congres toe?
‘Ik wens ons een inspirerend congres toe, waarna we eensgezind verder kunnen. Dat lijkt een open deur, maar dat is het niet helemaal. Zeker gezien de politieke situatie: zoveel partijen die zeggen afscheid te willen nemen van het neoliberalisme. We kunnen die kansen, dat momentum alleen pakken als we geïnspireerd en eensgezind de schouders eronder zetten.’
Is dat je verwachting voor 2020? Meer politiek momentum?
‘We hebben heel lang gevochten tegen de opkomst van het neoliberalisme, de doorgeslagen marktwerking, de commercialisering, de individualisering, flexibilisering, noem maar op. Maar we staan op een keerpunt nu. Want steeds meer mensen delen onze kritiek daarop. Misschien is dat niet hetzelfde als dat ze onze hele analyse delen – we willen namelijk een ander systeem. Maar het is nu wel aan ons om voorop te lopen. Als we in de publieke sector de doorgeslagen bureaucratie en vermarkting terugdringen, in de volkshuisvesting de zeggenschap weer bij bewoners en huurders krijgen, dan kan er echt wat veranderen. Als we het toch anders gaan doen, heeft de SP daar wel goede ideeën over!
Je ziet het belang van buitenparlementair actief zijn: het Malieveld staat letterlijk elke week vol op dit moment. Wij horen daar als SP naast te staan. En het momentum te pakken. De agenten, de leraren en de zorgmedewerkers: allemaal lopen ze tegen hetzelfde aan. De werkdruk is zo hoog dat de kwaliteit van het werk in het gedrang komt – en daarmee dus onze veiligheid, ons onderwijs en onze zorg. Allemaal komen ze in actie. De private rijkdom is groter dan ooit, maar de publieke armoede ook. Onze publieke sector is in crisis. De ideologische tijdgeest lijkt nu te zijn: het einde van het neoliberalisme is in zicht, maar hoe verder? Het zal toch niet zo zijn dat als er echt dingen gaan veranderen, dat wij er dan niet bij zijn. Toch?’
En hoe zie je als voetbalsupporter het momentum voor Feyenoord?
‘Een betere tweede seizoenshelft zou wel mooi zijn. We hebben nu Dickie als coach: Dick Advocaat. Die heeft tot nu nog niet verloren. Het komt wel goed.’
Ben je er vaak bij?
‘Ik probeer voor thuiswedstrijden wel tijd te maken, maar het lukt natuurlijk niet altijd. Ik ben met Feyenoord opgegroeid. Ik heb nu tien jaar een seizoenskaart, dat betekent dat ik al tien jaar bijna om de zondag naar Rotterdam rijd om erbij te zijn. Het is een hele pure club. Ik zit op vak-O. En het klinkt onwijs cliché, maar daar zit je tussen allerlei soorten mensen. Jong, oud, zwart, wit, man, vrouw, VVD, SP – alles zit door elkaar. Het verbindt. Niet alleen als je wint, zoals twee jaar geleden. Maar toch houd je je blik als SP’er: die kaartjes zijn best wel duur. Wie kan dat nou betalen, 30 euro? Als je met je gezin wilt gaan, gaat het hard.’
Heb je nog een mening over bouw van een nieuw stadion in plaats van de Kuip?
‘Het dreigt natuurlijk een financieel fiasco te worden, zo’n megaproject. Voor de sportieve sfeer hoeft het echt niet, een nieuwe Kuip. En Rotterdammers moeten er ook nog veel aan meedokken. Ik heb wel hart voor Feyenoord, maar dat betekent niet dat ik vind dat Rotterdammers moeten meebetalen aan een megalomaan project.’
Je hebt vast geen goede voornemens?
Lachend: ‘Nee daar wacht ik inderdaad niet mee tot 1 januari. Wat ik had als voornemen, en wat ook is gelukt, is blijven sporten. Fysiek fit blijven houdt je ook mentaal fit. Ik wil drie keer per week helemaal kapot in de sportschool. Dat je al na twee minuten buiten adem bent en dan nog heel lang moet. Dan gaan de gedachten, plannen, overpeinzingen ook echt even uit in mijn hoofd. Je ziet bij collega’s dat dat het eerste is wat erbij inschiet, maar ik had me dit echt voorgenomen.’
Hoe ziet 2020 er anders uit dan voorgaande jaren?
‘Wereldwijd zijn de opkomende bewegingen voor sociale rechtvaardigheid natuurlijk inspirerend. En hoopgevend. Net als hier in Nederland: het is hier lange tijd niet zo onrustig geweest. Lange tijd kwamen mensen maar niet in verzet, zag je steeds meer partijen meebewegen met het neoliberale beleid. Maar de tijden zijn aan het veranderen. Ik hoop echt dat het ons lukt om voorop te gaan nu. Dat we de onrust aangrijpen om echt iets te veranderen. Dat is waar mensen naar snakken. Het gebrek aan vertrouwen in instituties en de politiek is een teken aan de wand dat mensen vinden dat de overheid niet aan hun kant staat. Het is ieder voor zich. Dan is het extra hoopgevend dat mensen zich nu organiseren.’